Tekst: Jac Buchholz | Beeld: Peter Janssen
Het jaar 1920 schoot afgelopen week regelmatig voorbij. Omdat er een speciale lp/cd verscheen ter gelegenheid van de in 1920 – dus 100 jaar geleden – geboren Peggy Lee. Wie haar niet kent heeft niet veel op met muziek. Dat geldt nog sterker voor Charlie Parker, ook hij zou dit jaar 100 zijn geworden. Hij heeft helaas zelfs de 35 niet gehaald. Parker en Lee hebben echter weinig met Venlo van doen en dat is wel enigszins de insteek van dit zaterdagse stukje. Dus laat ik ze, voor hier, links liggen.
Naar het jaar 1920 werd afgelopen week, niet voor het eerst, verwezen als het jaar van de Spaanse Griep. Die griep brak echter al eerder uit, eind 1918, meen ik. Maar ja, 100 jaar is zo’n mooi rond getal en plak je die aan 1920 dan kom je in 2020, het jaar waarin opnieuw sprake is van een wereldwijde pandemie. Die gelukkig niet de vernietigende impact van zijn voorganger van een eeuw geleden heeft – laten we hopen dat het zo blijft.
Vanaf 1920 begon de Wageningse kunstenaar August Falise in opdracht van de Rooms-Katholieke kerk aan een reeks Heilig Hart-beelden. Aangezien dat jaartal op het beeld prijkt dat op de Venlose Keulse Poort staat, ga ik ervan uit dat zijn eerste beeld uit die reeks in Venlo terecht is gekomen. In juni 1921 werd het onthuld en volgens de Nieuwe Tilburgse Courant was het een feestdag zonder weerga, met processie, bloemenhulde en volksconcerten.
Het beeld staat er al bijna 100 jaar. Ik weet niet hoe het met de lezer zit, maar ik loop er meer dan regelmatig aan voorbij, achteloos bijna. Tot afgelopen week, toen ik er, vanwege een specifieke aanleiding wat langer bij stilstond. Het Christusbeeld staat op een hoge sokkel met trapvormige onderkant die vaak als zitplek wordt gebruikt. Op die sokkel een afbeelding van wat ik maar even als het lam Gods beschouw. Erboven de woorden Regi Suo Cives, wat zoveel zou betekenen als ‘de burgers aan hun koning’.
Dan het beeld, het beeld van Christus. Dat staat met het gelaat naar de stad gekeerd, de oude stad. Lijkt me symbolisch. De zegenende handen – met de stigmata – richten zich doelbewust op de inwoners van de stad, niet op de bezoekers die langs die kant het centrum binnenwandelen. Daar kun je van alles of niets van vinden. Als ik er wat van wil vinden, denk ik dat de kerk met dat beeld de Venlonaren wil(de) behoeden voor ramp en tegenspoed.
Is dat gelukt? Het beeld stond er gedurende de ‘roaring twenties’. Hoe onstuimig of vrolijk die in Venlo zijn geweest weet ik niet. Het beeld stond er tijdens de beurskrach aan het eind van die jaren twintig en de daarop volgende depressie. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin Venlo veel heeft geleden. En tijdens de economische voorspoed van de jaren vijftig en zestig en de Maasoverstromingen in de jaren 90.
Christus hield ook zijn handen zegenend opgeheven in de afgelopen maanden, toen 100 jaar na de Spaanse Griep het coronavirus uitbrak en onder andere de Venlose straten er stil en verlaten bij lagen. Hebben de zegenende handen ons voor erger behoed of is het gegaan zoals het is gegaan? Inmiddels lijkt de gebruikelijke gang van zaken grotendeels teruggekeerd, maar is het leed nog zeker niet geleden.
Het Heilig Hart-monument heeft het allemaal aanschouwd, zegenend of niet. Het beeld, dat er als vanzelfsprekend staat. Dat de stad zag veranderen. Dat decennialang op het voorplein van een postkantoor stond en nu onderdeel gaat uitmaken van de entourage van een museum. Het is in de loop der jaren groezelig geworden. Tijd voor een schoonmaakbeurt? Wat mij betreft niet. Die groezeligheid symboliseert de geschiedenis. Ook niet altijd even fraai, wel echt. Laten we dat minder fraaie niet weg willen poetsen, het is zoals het is. En laten we onze zegeningen tellen, of ze nu van het beeld, van de voorzienigheid of van een andere bron komen. Volgens mij hebben we het over het algemeen beter dan de meeste Venlonaren 100 jaar geleden. Ben benieuwd hoe dat over een eeuw zal zijn.