Foto van vroeger

4 april 2020

Column: Jac Buchholz

Van de week was ik op zoek naar een foto van onze kapsalon. Een foto van vroeger dus. Vanwege een leuk voorval. Waarover ik kort iets op Facebook wilde zetten. Een korte anekdote over een voor mij wandelend stel van wie de dame wees op mijn ouderlijk huis aan de Jodenstraat. Leuk pand voor een kapsalon, zei ze. Enfin, ik heb het tweetal uitgelegd hoe dicht ze bij de realiteit zaten, de vroegere realiteit. Omdat ik zo snel geen foto van vroeger kon vinden – in die tijd werd niet alles lukraak vastgelegd – heb ik maar een plaatje van de huidige situatie gemaakt. Beetje surrogaat, maar goed.

Het berichtje was al lang en breed geplaatst toen mijn broer alsnog met een foto van de kapsalon op de proppen kwam – die deze week de fraaie foto van Leon Vrijdag vervangt. Hij was met een heel andere bedoeling door wat laden gegaan en had een stapeltje foto’s van vroeger gevonden. Met daarop onze ouders en anderen. En ons huis dus. Omdat de foto van de kapsalon warme herinneringen opriep, en een mooie aanleiding was voor dit stukje, vond ik dat die zijn plekje hierboven zonder meer heeft verdiend.

Ik merk dat momenteel meer mensen met warme herinneringen en foto’s van vroeger bezig zijn. Ongetwijfeld een reactie op deze onzekere tijden. Op social media, maar eveneens in de reguliere media. Vooral de publieke omroep weet er wel weg mee. Zit je opeens zo maar in het EK voetbal van 1988. En nog kijken ook, hè. Terwijl de meeste beelden in het geheugen gegrift staan.

De wedstrijd tegen de Russen – of beter Sovjets – die we hadden moeten winnen, die tegen Engeland, die we hadden kunnen verliezen en de dwarrelbalwinst op de Ieren. En toen, tegen de Duitsers – beter, de West-Duitsers. Die natuurlijk weer een onterechte penalty kregen. Net als Oranje overigens. De slidinggoal van Van Basten. En de beuk van Van Tiggelen, tegen Lothar Matthäus. Die ik me niet meer kon herinneren. Zag nu pas dat De Spijker maar één doel voor ogen had, ‘der Lothar’ torpederen. Missie volledig geslaagd, zelfs zonder kaart. Er was ook nog een echte finale. Die we, zo wisten we eigenlijk van te voren al, niet meer konden verliezen.

Zag het Spel zonder Grenzen voorbij komen, oude conferences. Leuk dat zwelgen in nostalgie. Waarbij we vaak vooral de fijne dingen herinneren. Zo zijn in mijn herinnering de jaren zeventig één groot feest. ’s Zomers scheen altijd de zon, in de winter lag er sneeuw, we speelden op straat, voetbalden, gingen naar Fantasialand, hadden volop verjaardagsfeestjes en werden vooral weggehouden van die grote boze buitenwereld.

Onze kapsalon ging het in die tijd voor de wind. Terwijl juist toen aan een lange periode van economische voorspoed een eind was gekomen. Wat de Britten de ‘affluent society’ noemen en bij ons de ‘gouden jaren’ worden genoemd, de periode van economische voorspoed tussen pakweg 1950 en 1973, was voorbij. We merkten er in eerste instantie heel weinig van.

Het is echter een voldongen feit dat iedere periode van economische groei, lang of kort, op enig moment een halt wordt toegeroepen. Door welke oorzaak dan ook. Oorlog, een oliecrisis, sjoemelende bankiers of zoals nu, een virus. Feit is ook dat de economie steeds weer opkrabbelt. Voor even of voor langere periode.

Dus op een dag gaat het de meesten van ons weer voor de wind. De vraag is dan of we van deze crisis iets hebben geleerd. Lastig te voorspellen, zeker gezien het gegeven dat de mens heel hardleers kan zijn.

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad