Tja, terrassen. Het leek de afgelopen dagen maar over één ding te gaan, juist ja, de terrassen. We snakken ernaar zoals we nooit eerder naar iets hebben gesnakt. Lijkt het. Tja, terrassen, omdat er iets is beloofd, maar wel met haken en ogen. Tja, terrassen, over de weersomstandigheden werd niet tot nauwelijks gesproken, maar die moeten wel mee zitten. Een dag of tien stevige voorjaarsbuien en waar blijf je dan?
Tekst: Pieter Steenkist (Brasserie Sur Place) | Foto: Leon Vrijdag
Tja, terrassen… ik kan nog wel even doorgaan, maar er is en wordt al zo veel over gezegd en geschreven dat ik er soms een beetje moe van word. Van dat geneuzel over de terrassen. Begrijp me overigens niet verkeerd, ik zit zelf ook graag op een terras, maar uit alle berichten en gesprekken van de afgelopen dagen krijg ik het idee dat we opeens tot land met een mediterraan klimaat zijn gepromoveerd. Iedereen gaat een terrasje pikken, over het weer wordt echter niet gerept. Terwijl een Hollands voorjaar vies kan tegenvallen.
Dus ondanks het feit dat wij gezegend zijn met een qua omvang heel aardig terras, hang ik de vlag niet uit voor de ‘beloofde’ versoepelingen. Ten eerste omdat het maar afwachten is of die überhaupt wel doorgaan. Ten tweede omdat gasten absoluut niet binnen mogen zitten. Ten derde, en dat ligt in het verlengde van het ten tweede, het weer. Terwijl het zonnetje nog vrolijk schijnt tijdens de bestelling van een driegangenmenu, kan het zo maar gaan spetteren tijdens het hoofdgerecht. Wat dan?
Ten vierde, ja, ik ga nog even door, het tijdstip. Het lijkt natuurlijk heel wat, dat van 12 tot 6 uur ’s middags. Zeker voor dagzaken is iets beter dan niets. Persoonlijk opteer ik voor dat laatste: ik vind het dus helemaal niets. Normalerwijs gaan wij om 4 uur open en dat is niet voor, euh, niets. Nee, niet omdat ik geen geld wil verdienen of omdat (zo werd zeker in het begin wel eens gefluisterd, uiteraard achter mijn rug) ik een avondkok (bestaat die eigenlijk wel) ben. Vanaf het moment dat ik kok werd, toch stiekem al meer dan 30 jaar geleden, had ik meteen een aversie tegen de lunch. Waarom? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik liever ’s avonds sta te koken.
Dus toen ik voor mezelf begon was die keuze snel gemaakt: geen lunch. Terugkomend op al het positieve nieuws dat onze vrienden in Den Haag afgelopen week verspreidden, daar ben ik dus persoonlijk wat minder positief over. Geloof me, ook ik heb zin om gewoon weer aan de slag te gaan, met de nadruk op gewoon, dus op de manier zoals we dat al jaren doen. Nu kan ik natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar ik hoop dat alle nog overeind staande beperkingen van korte duur zijn, dat we snel wel weer tot laat open mogen blijven, zowel buiten als binnen. Het liefst nog voordat het echt mooi weer wordt.
Want anders zie ik de bui al hangen en moet ik toch open gaan voor de lunch. Wat als consequentie heeft, niet onbelangrijk, dat ik zelf niet even op een terras kan gaan zitten, of moet ik zeggen, niet zelf een terrasje kan stelen…