Column: Jac Buchholz | Beeld: Peter Janssen, gemeentearchief Venlo
Afgelopen week naar de Venlose revue geweest. Die had een bevredigend einde… uiteraard. Zonder bang te zijn voor een spoiler alert – de reeks revues zit erop – kan ik vertellen dat de vloek van Hölster Heinke is opgeheven en dat de Venlonaren zich ‘onderein weer good verstaon’- wat een fijne verwijzing is naar een eerdere revue.
Maar zover terug als naar de tijd van Hölster Heinke wil ik de lezer eigenlijk niet meenemen. Eerder zo’n vijftig jaar terug, naar het begin van de jaren zeventig. Toen de Venlose binnenstad een ingrijpende transformatie onderging. Nee, het was niet zo dat alle eigen, kleine zelfstandige binnenstadondernemers opeens werden vervangen door grootwinkelbedrijf; dat gebeurde vooral later en meer geleidelijk. Nee, de Venlose binnenstad werd city promenade. Winkelstraten waar je tot voor kort gewoon met de auto doorheen kon rijden, werden het paradijs voor voetgangers – en dan vooral winkelende voetgangers. Overigens, wie tegenwoordig op een gemiddelde doordeweekse morgen door de binnenstad loopt zal zich afvragen wat er van die ambities nog over is. Er lijken meer (vracht)auto’s te rijden dan in de jaren voor de aanleg van de city promenade.
Maar goed, er werden in onder meer de Vleesstraat, Gasthuisstraat en Lomstraat grote plavuizen neergelegd, er kwamen banken en grote bloemenbakken en het stratenpatroon verdween. Niet meer even parkeren bij de bakker voor de deur voor een halfje wit, niet meer met de auto van de Jodenstraat naar de Chinees aan de Vleesstraat, ruim baan voor het winkelende publiek.

Een sfeervol verlichte Kwartelenmarkt midden jaren zeventig
Om aantrekkelijk te zijn voor dat winkelende publiek bedachten de ondernemers van ’t Gulde Schinkegilde zo’n vijftig jaar geleden dat feestverlichting hun buurt (omgeving Jodenstraat, Kwartelenmarkt) wat extra cachet zou geven. De kas was echter beperkt en dus besloten die ondernemers zelf de handen uit de mouwen te steken. In de werkplaats van Piet Hoeijmakers aan de Jodenstraat gingen de leden aan de slag. Met als resultaat een feestverlichting die slechts 16.000 gulden kostte, aanzienlijk minder dan wanneer ze het door een professioneel bedrijf hadden laten doen. Bovendien, die feestverlichting blijkt behoorlijk duurzaam – een begrip dat destijds amper werd gehoord –want vijftig jaar later zorgt diezelfde feestverlichting, met weliswaar wat aanpassingen, nog altijd voor een sfeervol Gulde Schinkegilde-gebied.
Die feestverlichting, en ook de sfeerverlichting in de andere winkelstraten, wordt meestal rond deze tijd van het jaar weer tegen de gevels geplaatst. Waarschijnlijk dit jaar ook. Of niet? Want zoals het er nu naar uitziet en we minister Jetten mogen geloven, wordt het naast een sombere tevens een donkere winter. Energiecrisis, inderdaad. Dat zou kunnen betekenen dat de verlichting langs de autowegen uitgaat of nog maar beperkt aangaat. En dan weet je wat er met de sfeerverlichting gaat gebeuren: die blijft uit. Waarmee de sfeervolle Venlose binnenstad toch wat minder sfeervol wordt. Of bedenken de binnenstadondernemers, net als hun voorgangers vijftig jaar geleden, wellicht een alternatief om het wat extra gezellig te maken. Gelukkig is de ‘vlook van Hölster Heinke’ onlangs opgeheven, zodat de Venlonaren ‘zich onderein zoeë good verstaon’… Toch…