Sintermerte

8 november 2022

Column: Jac Buchholz | Beeld: Peter Janssen

Het miezelde meer dan dat het stevig regende en dat deed me afgelopen zondag besluiten om toch maar even naar het ‘Gaasplein’ te wandelen. Vanwege een stukje folklore of traditie: Sintermerte en het aansteken van de troshoop. Ooit, tijdens mijn jeugdige jaren, begon daarmee altijd een van de leukste periodes van het jaar. Er was snoep en op een of andere manier is er ook de associatie met mandarijntjes. Heel lang geleden liepen we met ons lampionnetje – pardon, ‘löchje’ – mee in de optocht; later had ik een trompet in de hand en liepen we mee met de joekskapel. Wat altijd een uitdaging was omdat het Sintermerte-muziekrepertoire bijzonder beperkt is.

Niet lang na Sintermerte kwam Sinterklaas het land binnen. Werd het nog spannender. Nee, niet vanwege de Pieten, die vond ik veel toffer dan de Sint. Met de Pieten kon je jij-en en jouw-en, Sinterklaas stond toch wat meer op afstand, als een soort burgemeester, het schoolhoofd of meneer pastoor. Nee, de spanning kwam voort uit de verwachting. Het zetten van de schoen, het snoepgoed dat plots door de kamer vloog en dan de verjaardag van de goedheiligman zelf. Toen we nog heel klein waren, stonden de cadeaus uitgestald in de achterkamer. Door het matte glas vingen mijn broertje en ik er een glimp van op. Om ons in bedwang te houden, hadden onze ouders echter de deur provisorisch op slot gedaan. Een aanslag op ons geduld, maar wel terecht. Pap en mam wilden natuurlijk niet voor dag en dauw het bed uit om getuige te zijn van het kinderplezier.

Toen we eenmaal wat ouder waren, volgde de overstap naar pakjesavond. Met oma als vaste bezoeker. Hoewel we ook bij haar Sinterklaas vierden, had ze altijd een kingsize witte damestas met wat extra cadeautjes bij zich. Ze woonde schuin tegenover, dus als ze de voordeur van haar flatgebouw dichttrok, wisten we dat het plezier kon beginnen. Vaste moment bij haar binnenkomst was het claimen van ‘mijn stoel’, een fauteuil dicht bij de open haard. Er was gebak en ander lekkers en op een gegeven moment ging ook de Irish Coffee deel van de avond uitmaken.

Na het vertrek de Sint keken we alweer uit naar de volgende dagen vol gezelligheid: Kerstmis en Oud en Nieuw. Kort gesteld: op bezoek gaan, bezoek krijgen en Geer van der Veer die op de Kwartelenmarkt een heuse stellage bouwde om vuurwerk af te schieten. Een jarenlange traditie.

Aan dat alles moest ik denken toen ik zondag naar het ‘Gaasplein’ wandelde. Ondanks de miezerende regen. Want, zo dacht ik, Sintermerte is toch een deel van onze folklore. En nog niet bezoedeld. Dus geniet er nog maar van zo lang het kan. Want er komt een moment dat iemand iets vindt van die Romeinse soldaat. Zoals: waarom kon die rijke stinkerd niet zijn hele mantel aan de bedelaar geven? Waarom bleef hij hooghartig op zijn paard zitten (vaak zo afgebeeld)? Was dat om aan te geven hoe superieur hij zich aan die bedelaar voelde, ondanks zijn gebaar? Is de hele scene niet een uitdrukking van de onderdrukking van een bepaalde bevolkingsgroep, de minderbedeelden? Het in stand houden van klassenverschil? Nee, dacht ik, ga nog maar even kijken naar de festiviteiten die nu nog zijn zoals ze zijn. Naar kinderen die met een al dan niet zelfgemaakt ‘löchje’ meelopen in de optocht en vol spanning naar het oplaaiende vuur kijken – zonder verdere bijgedachten. Net zoals ik dat ooit deed.

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad