Van gaarkeuken naar voedselbank

13 december 2022

Column: Jac Buchholz | Beeld: Peter Janssen

Sinterklaas had zijn hielen nog niet gelicht, sterker nog, hij moest nog aan zijn pakjesmissie beginnen toen het in ons land al volop Kerstmis was. Dat was ooit wel anders. Eerst de Sint, dan Santa. En dan voor die tweede een stuk minder uitbundigheid dan waarmee hij tegenwoordig wordt begroet.

Want tjongejongejonge, het kan niet op. Suikerzoete, veramerikaniseerde reclames domineren de beeldbuis, radiostations die alleen maar kerstmuziek draaien en lampjes, lichtjes en decoraties tot je er duizelig van wordt. Zelfs in sommige Venlose winkelstraten ontkom je niet aan de ene kerstklassieker na de andere. Een en al vreugde en vrolijkheid.

Ergens is het wel te begrijpen, die Walt Disney-Kerstmissfeer. Het is een wereld waarin je kunt onderduiken, waarin je je even kunt verstoppen, weg van alle ellende. Een wereld die je zelf creëert en zo uitbundig maakt als je zelf wilt. Ik ben ooit bij mensen over de vloer geweest die weken voor het feest al de hele woonkamer omtoverden tot een happy fantasiewereld vol vrolijk verlichte kerstlandschappen. En waar aan Sinterklaas al jaren een vlekje zit – of althans door een paar mensen wordt dat zo gezien – vanwege zijn knecht, daar is kerst nog smetvrij.

Echter, naast de Disney-vrolijkheid is er de Dickens-wereld, het Victoriaanse toneel waarop Ebenezer Scrooge rondloopt. Een wereld die tegenwoordig wordt geromantiseerd, een verhaal met een fijn einde. Als vermaak gebracht op de landelijke tv, tijdens festivals in pittoreske dorpen. In sfeervolle Lemax-taferelen die de stank, armoede en ellende uit de tijd van Dickens niet of nauwelijks laat zien. Die wereld van uitbuiting, kinderarbeid en alleen stemrecht voor de hogere klasse is echter lelijk en grimmig. De Scrooges uit die wereld hadden het goed, de rest woonde in krotten of erger.

Dat de honger en armoede uit die Victoriaanse tijd (een beetje) zijn teruggekeerd is niet best. Om even terug te gaan naar het begin van dit stukje, naar die uitbundige supermarktreclames met overvolle tafels lekkernijen: in menig Nederlandse woonkamer zal het komende kerst een sobere bedoening zijn. De berichten over de Venlose Voedselbank (en die elders in het land) en de toenemende aantallen mensen die er een beroep op moeten doen staan in schril contrast met de overdadige supermarktfilmpjes. Er zijn heel wat mensen blij dat ze überhaupt te eten hebben.

Ooit leek het alsof we de tijd van de gaar- en soepkeukens achter ons hadden gelaten, dat we leefden in een welvaartsstaat waarin iedereen in ieder geval een volle provisiekast had. Dat hebben we uit handen laten glippen, de gaarkeuken is nu vervangen door de voedselbank. En dat is geen ‘humbug’.

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad