“Ja daar. Hij rent net weg om de hoek.” Ik wist het zeker. De grote doos vol cadeaus die bij ons voor de deur stond, het langdurige gedingdong van de bel; de Zwarte Piet waarvan ik het vermoeden had dat die net om de hoek verdween; hij was de belletjestrekker en bezorger van die grote kartonnen doos vol moois.
Tekst: Rob Buchholz | Beeld: Leon Vrijdag
Prachtig die kinderlijke onschuld uit de jaren 70 en 80. Waarschijnlijk had vader ons bewust richting een bepaalde hoek gewezen, want om die andere hoek stond vermoedelijk de ware dader. Vrienden van mijn ouders woonden namelijk om de hoek van de Jodenstraat, op de Kwartelenmarkt. En dat was natuurlijk de echter belletjestrekker.
Sinterklaas. Zwarte Piet. Cadeaus. Geheimzinnigheid. Vrolijkheid. Gezelligheid. 5 december en al die dagen er om heen. De herinneringen blijven fantastisch. Het werd ieder jaar weer uitgebreid gevierd op Jodenstraat 28. En niet alleen daar. Ook de tweelingzus van onze moeder en oma zorgden voor cadeaus en gezelligheid. Oma woonde, net als wij, op de Jodenstraat. Een volle huiskamer, veel gezelligheid. Wij en de twee broers van mijn vader met hun gezinnen. Ik geloof niet dat daar foto’s van bestaan. Helaas. Want ze zouden voor mij nu goud waard zijn. Wel een aantal van pakjesavond in ons eigen huis.
Oma had bijna nooit ‘het grote licht’ aan in haar flat. Alleen als de woonkamer vol mensen zat. Dat gebeurde vooral op 5 december ‘s middags of op 26 december, tijdens haar verjaardag. Groot licht op Jodenstraat 37 associeerde ik dus met gezelligheid. Iedereen kreeg iets. Die traditie hield lange tijd stand. Zelfs toen oma medio jaren 90 naar een seniorenflat net iets buiten het centrum van Venlo vertrok. Pas toen mijn vader was overleden, kwam er abrupt een einde aan. Ja nog één keer is het toen geprobeerd, maar de sfeer was weg. En oma woonde inmiddels in een bejaardenhuis.
Oma was tevens een vaste gast tijdens onze eigen pakjesavond. Ook dat was een terugkerend onderdeel van de traditie. Als iedereen na die gezellige pakjesmiddag uit haar flat was vertrokken, ruimde ze eerst alle rommel op en wandelde vervolgens naar de overkant, naar Jodenstraat 28. Daar stond ‘haar stoel’. Vlak bij de open haard. Het woord genieten kreeg een nog mooiere betekenis als zij op pakjesavond bij ons in haar stoel zat. Tussen haar zoon, schoondochter en twee kleinkinderen in. Dan was ze trots en oprecht gelukkig. Vlak bij het open vuur. Een stuk gevulde speculaas, Irish Coffee. Het was voor haar – en voor ons- één van de mooiste avonden van het jaar.
Terug naar dat moment van belletje trekken door Zwarte Piet. Dat gebeurde niet altijd. Soms – als we terugkwamen van pakjesmiddag bij oma – stond in de kapsalon van pap op nummer 28 op onverklaarbare wijze die grote doos. Of een wasmand plus een kleine doos vol cadeaus. Daar begreep ik dan weer geen snars van. Had die Zwarte Piet ook al een sleutel van onze voordeur?
Ook in onze tienerjaren hielden de tradities aan. Sinterklaas bij de tweelingzus van mam, bij oma en gewoon thuis. De gezelligheid bleef onbetaalbaar. Daar hoorde meer bij dan alleen pakjes en gedichten. Ook toen alle kleinkinderen het fabeltje al door hadden, vierden we bij oma. De TV met de speciale uitzending van Sinterklaas stond vooraf altijd aan. Traditie. Geen mens die kwaad in het spel zag.
Ook stonden wij als kinderen wel eens oog in oog met Sinterklaas en Zwarte Piet. Bij een oom – die een groepje Pieten met een Sinterklaas had ingehuurd – kwamen ze op bezoek. Maar ook voor een fotoshoot of gewoon op de basisschool. Zwarte Piet was cool. Zwarte Piet was grappig. Ja als hele kleine aap was ik misschien wel eens bang geweest voor Piet. Maar dat was ik soms ook voor die zo streng pratende Sinterklaas. Het was een spel, een prachtige traditie die mensen verbond.
Ik ben nog steeds iedereen dankbaar voor die onvergetelijke sfeervolle avonden op de Jodenstraat. En ben vooral blij dat we het zo konden vieren.