Na een gedwongen pauze van twee jaar zijn de voorbereidingen op het Zomerparkfeest weer in volle gang. Niet meer weg te denken uit de grote groep vrijwilligers die daarbij is betrokken is Ciske Visser. Ooit ‘illegaal’ begonnen achter de tap is hij al meer dan 30 jaar achter de schermen actief. “Wat dit voor me betekent, is niet uit te leggen, het is een gevoel.”
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: VenloVanbinnen
‘Ik mis iets’. Die reactie gaf Ciske Visser toen hij twee jaar geleden met een Zomerparkfeest-loze zomer werd geconfronteerd. Uitgerekend in het jaar dat hij officieel zijn 30-jarig jubileum als vrijwilliger zou hebben gevierd. Onofficieel is het zelfs een jaartje langer. Hij vertelt hoe het allemaal begon. “Ik kom uit Brabant, waar ik inmiddels ook weer woon, maar eind jaren tachtig verhuisde ik naar Venlo, waar ik op diverse plekken heb gewoond. Dat was een week voor vastelaovend.” Hij lacht: “Vastelaovend ja, want dat is iets heel anders dan het carnaval in Brabant.”
Fonetisch meezingen
Ciske was meteen verknocht aan het feest. Leerde de vastelaovesliedjes fonetisch mee te zingen door een week lang niets anders te draaien. “Ik versta het Venloos perfect. Spreek het inmiddels ook. Maar doe dat maar zelden. Je hoort toch een ander accent.” Hij bouwde al vlug de nodige contacten op in Venlo en dat breidde zich in de loop der jaren steeds verder uit. “Ik ging op voetballen, zat bij vriendengroep De Frette en noem maar op. Zo leerde ik heel veel mensen uit Venlo kennen.” Met die vrienden kwam hij ook terecht bij het Zomerparkfeest, toen nog heel kleinschalig. In eerste instantie als bezoeker, maar in 1989 besloot hij het barpersoneel te gaan assisteren. “Illegaal ja, haha, ik stapte gewoon achter de bar. Deed niemand moeilijk over. Sterker nog, iemand zei tegen me: ‘kom volgend jaar een paar dagen eerder, dan kun je officieel meedraaien.”
Saamhorigheidsgevoel
Dat deed hij en dat doet hij nog steeds. In eerste instantie als barmedewerker, maar na een aantal jaren begon het te kriebelen en wilde Ciske ook wel eens wat anders doen. Hij ging meehelpen met de opbouw, sloot zich aan bij de Technische Commissie die in die tijd opkwam. “Zo was ik ook nauwer betrokken bij de voorbereidingen.” Wat sprak en spreekt hem zo aan dat maakt dat hij, ook nadat hij in 1996, toen hij terug naar Brabant verhuisde, nog altijd van de eerste tot de laatste minuut betrokken wil zijn bij het Zomerparkfeest? Gezeten bij het Facilitair Bureau, waar Ciske tegenwoordig deel van uitmaakt, wijst hij naar de grote bedrijvigheid die er deze maandagmorgen al heerst. “Het saamhorigheidsgevoel. Iedereen doet zijn uiterste best, werkt hier misschien wel harder dan voor zijn of haar baas.” Hij kent het verhaal dat er dit jaar minder vrijwilligers beschikbaar zouden zijn. “Dat klopt deels. Maar niet voor de vaste groep. Die zijn er nagenoeg allemaal weer. Voor veel mensen, zowel vrijwilligers als bezoekers, is het Zomerparkfeest meer dan een evenement; het is een reünie. Bij mij zit het, net als de vastelaovend, in mijn dna.”

Ciske Visser voor zijn woning tijdens het Zomerparkfeest
Arbo
Hij heeft het Zomerparkfeest zien veranderen. Uiteraard, na meer dan dertig jaar. Ooit heel kleinschalig, nu een door hekken omheind terrein met diverse podia. “Het is allemaal veel professioneler geworden. En we kregen te maken met zoiets als Arbo. Natuurlijk waren we in de beginjaren ook voorzichtig, maar dan kroop je zonder veiligheidsmaatregelen zo naar acht meter hoog. Dat kan niet meer. Veranderingen horen erbij, tenminste, als de verandering een verbetering is.” Hij wijst op het Facilitair Bureau. “Daar zijn we een jaar of zeven geleden mee begonnen. Om zaken nog beter te coördineren.”
Boerebroelof
Of hij het niet jammer vindt dat hij zijn 30-jarig jubileum als vrijwilliger niet heeft kunnen vieren? Ciske haalt zijn schouders op. “Het is niet anders.” Hij glimlacht dan. “Weet je, als je mijn eerste, illegale jaar zou meetellen, ben ik dit jaar 33 jaar vrijwilliger, 3 keer 11, dat heeft hier in Venlo toch ook een bijzondere betekenis.” Een verwijzing naar de vastelaovend uiteraard, een feest dat hij nog net iets meer waardeert dan het Zomerparkfeest. “Een beetje maar, hoor.” Hij begint dan te glimmen, vertelt over hoe het Zomerparkfeest de komende Boerebroelof mag organiseren en zijn rol erbij. “Ik vroeg me als niet-Venlonaar af wat het hoogste was wat ik binnen het gezelschap kon bereiken. Getuige, dacht ik. We hebben iets beters, klonk het toen ik dat voorstelde. Het is vader van de bruid geworden, vind ik geweldig. Dus ik heb nog iets om na het Zomerparkfeest naar uit te kijken.”
Enthousiasme
Voor nu ligt echter de focus in het Julianapark. Nadat Ciske in 1996 terug verhuisde naar Brabant besloot hij om vanaf dag 1 van de voorbereidingen in het park te kamperen. “Net zo makkelijk. Ja, je maakt lange dagen, maar dat doet iedereen. Je raakt wel in een soort bubbel. Als ik tussentijds soms even de stad in ga, kom ik opeens in een andere wereld terecht. Na afloop van het Zomerparkfeest is dat eveneens het geval.” Tot slot, heeft hij gemerkt dat het dit jaar toch een iets andere editie zal worden? Hij knikt. “Komt door de korte voorbereidingstijd. Normaal begint die kort nadat het Zomerparkfeest is afgelopen. Nu werd er pas in maart groen licht gegeven. Daardoor konden we bijvoorbeeld de Zelt-tent niet meer krijgen, die was al verhuurd. En bepaalde artiesten, die je normaal heel vroeg vastlegt, waren al geboekt. Het wordt dus een overgangsjaar. Maar daarom niet minder. Ik denk dat iedereen er na een pauze van twee jaar weer heel veel zin in heeft. De vrijwilligers zeker. Daar is het enthousiasme weer als vanouds. Alsof we nooit zijn weggeweest.”