Sinds eind november kunnen de Oekraïense bewoners van de Beerendonck gratis kleding en andere belangrijke spullen vinden in de winkel die speciaal voor deze groep is geopend. Een concept dat nog meer waarde heeft dankzij het sociale aspect dat er aan verbonden is. Niet alleen treffen de bewoners elkaar in de speciaal ingerichte koffiehoek, maar het geeft deze groep tevens hun gevoel van eigenwaarde terug.
Tekst en beeld: Rob Buchholz
De 62-jarige Ruslana Feshchuck verblijft samen met haar man sinds september in de Beerendonck. Toen ze noodgedwongen uit hun thuisland moesten vluchten, konden ze niet meer meenemen dan een handvol kledingstukken en een beetje beddengoed. Al hun andere bezittingen zijn ze kwijt. Groot is hun dankbaarheid voor alle hulp die ze in Venlo krijgen.
Thuisgevoel
Ondanks alle ellende en zorgen vertelt ze haar schrijnende verhaal vol kracht, trots en met een gulle lach op haar gezicht. “In de eerste week kregen we direct een tas vol boodschappen en sindsdien heeft iedereen ons hier fantastisch geholpen. De vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in. En als ik zie hoe de mensen in Venlo meeleven dan voel ik mij oprecht gelukkig. De inwoners groeten ons en steken duimen omhoog. Dat voelt goed. Pas geleden maakte ik samen met mijn man een wandeling hier in de buurt en na een tijdje zei ik tegen hem: ‘kom, we gaan naar huis.’ Ja, naar huis. We moesten allebei lachen. Maar het is waar. Dit gebouw voelt als een nieuw thuis. En dat na amper drie maanden. En Venlo voelt als de hemel op aarde.”

Jose Bol-Strijbos en Ruslana Feshchuck
Baan die energie geeft
Zeker nu Koning Winter zijn intrede heeft gedaan zoeken de ongeveer 170 tijdelijke bewoners van De Beerendonck naar nieuwe, warme kleren. En Venlonaren hebben in de afgelopen maanden massaal spullen gebracht. Zoveel dat de winkel inmiddels meer dan goed gevuld is. Zelfs in de opslagruimte staan nog veel tassen en dozen klaar om gesorteerd te worden. “Voorlopig hebben we genoeg,” aldus Ine Hermans die coördinator is van de vrijwilligers. In het verleden was zij actief in het onderwijs, maar ze stelde zich na haar pensionering de vraag: ‘wat wil ik in de toekomst nog doen?’ Toen deze baan op haar pad kwam, hoefde ze niet lang na te denken. “Ik wilde graag iets met en voor mensen doen. In deze rol komt alles samen. We zijn met een mooi team en we gaan met de bewoners mee naar het ziekenhuis, helpen bij de aanvraag van een paspoort, voeren gesprekken op gevoelsniveau en helpen ze verder op weg. Als ik ’s avonds thuis kom, ben ik oprecht blij. Deze baan geeft mij energie. Dankzij de bewoners. Deze mensen blijven onder alle omstandigheden lachen en vriendelijk. Maar ook dankzij de vele vrijwilligers. Zij staan altijd klaar om de vluchtelingen een stapje verder te helpen.”
Nieuwe rol voor vrijwilligers
Een groep vrijwilligers was sinds de opening van deze opvanglocatie actief geweest door bijvoorbeeld drie keer per dag mee te helpen met het serveren van maaltijden. Vanaf 1 september verzorgen de bewoners hun eigen maaltijden. Bovendien hadden steeds meer mensen een werkplek gevonden waardoor ze goede daginvulling hebben. Daardoor dreigde de rol van de vrijwilligers te verdwijnen. Echter, op een opvanglocatie in Eindhoven was men al met veel succes met een winkelfunctie begonnen. Het plan werd in Venlo met veel enthousiasme omarmd en sinds eind november is deze ‘gratis winkel’ geopend. Een win-winsituatie, volgens Ine Hermans. De bewoners konden nieuwe kleding aanschaffen en de rol van de vrijwilligers kreeg een nieuwe invulling. “Zij moesten zichzelf als het ware opnieuw uitvinden. Er waren een aantal ideeën geopperd. Een voorleesuurtje voor de kinderen, activiteiten voor de bewoners, maar ook het plan van de winkel. Hierdoor is een positieve nieuwe vibe ontstaan.”
Hartverwarmend
Loes van den Bosch en José Bol-Strijbos zijn twee van de vrijwilligers die zich over het lot van de bewoners ontfermen. Waarom de keuze voor deze taak? Loes van den Bosch was net met pensioen, kwam kleding brengen en vroeg: ‘Kan ik misschien ergens mee helpen?’ Een vraag waar ze geen moment spijt van heeft gehad. “Het zijn drukke en intense dagen, maar ’s avonds thuis ben ik eigenlijk nooit moe. Ik zie de hele dag lachende gezichten en ben blij dit te kunnen doen. Soms is er wel eens een schuldgevoel en denk: ‘Doe ik wel genoeg? Ondanks dat we via een vertaal-app op de telefoon goed met de mensen kunnen communiceren, blijft toch het gevoel kleven dat de taalbarrière voor beperkingen zorgt. Je wilt altijd meer doen, meer geven. Het is zoals Ine al zei: dankzij deze mensen krijgen wij extra energie. Ze koken sinds 1 september zelf en maken dan zelfs speciale hapjes voor ons klaar. Dat is hartverwarmend.”
Dankbaarheid
José Bol-Strijbos sluit zich aan bij de woorden van haar collega’s. Zij is zelf nog actief in de zorg, maar zet zich naast haar vaste baan graag met hart en ziel in voor de deze groep vluchtelingen. “Het was de bedoeling om als vrijwillige docent taallessen aan deze mensen te geven. Dat doe ik ook iedere zaterdagmorgen en verder probeer ik zoveel mogelijk te helpen in de winkel, in de koffiehoek en waar nodig is. Ook mijn man helpt mee. Hij heeft in het begin de kamers opgeknapt en het meubilair in elkaar gezet. Wij delen hetzelfde enthousiasme en liefde voor deze mensen. Ondanks de ellende van het thuisfront is er dagelijks die lach op hun gezicht en die ongelooflijke dankbaarheid. Dat kunnen we niet vaak genoeg benadrukken. Het is echt fantastisch.”

Ine Hermans, Jose Bol-Strijbos, Loes van den Bosch en Ruslana Feshchuck
Denken over de toekomst
Terug naar Ruslana Feshchuck. Zij weet de positieve sfeer onder de bewoners positief te verklaren. “Als je geen geloof meer hebt in een goede toekomst kun je als mens net zo goed in bed blijven liggen en sterven. Wij maken er met z’n allen iedere dag het beste van. Natuurlijk hoop ik op een dag terug te keren naar Cherson. De internationale media vertellen wel dat de stad bevrijd is, maar dankzij onze contacten daar weten wij dat er nog dagelijks beschietingen zijn waarbij veel doden en gewonden vallen. Het is er dus nog lang niet veilig.” Ine Hermans weet dat er een verschil is tussen de mindset van ouderen en jongere bewoners. “De senioren hopen terug te keren naar hun vaderland, maar de nieuwe generatie is op andere wijze bezig met hun toekomst. Enkelen zijn vanuit hier al naar Canada vertrokken om daar een nieuw leven op te bouwen. Anderen willen mogelijk in Nederland een toekomst opbouwen. Want niemand weet wanneer de oorlog eindigt. En al zeker niet hoe lang de wederopbouw van het land zal duren.”
Ervaringen delen
Ruslana verblijft dus sinds drie maanden in de Beerendonck. Zij is blij dat er in de winkel naast gratis producten ook ruimte is voor een rustige koffiehoek. Een ideale plek om ervaringen uit te wisselen, elkaar te steunen en informatie in te winnen. “Wij praten echt niet continu over de oorlog, maar we begrijpen wel elkaars onzekerheden, angsten en dromen. Het restaurant op de begane grond, waar voorheen koffie werd gedronken, was soms wat hectisch. In de winkel heerst meer rust. Want als we samen praten over de oorlog, zijn het vaak trieste verhalen. Een bewoner heeft recent nog haar zoon verloren. Een ander kreeg te horen dat haar voormalige buren waren doodgeschoten. En natuurlijk zijn er de ervaringen van onze vlucht. Die zijn voor iedereen herkenbaar. Ik heb zelf ook de verbrande lichamen in autowrakken gezien. Die beelden vergeet je nooit meer. En natuurlijk is er de dagelijkse onzekerheid: wanneer kan ik mijn familie weer spreken? In Oekraïne hebben de mensen niet continu stroom. Mijn zoon woont met zijn gezin inmiddels in Kiev, maar dagelijks contact is onmogelijk. We zijn blij met ieder bericht. Als moeder en oma wil je altijd weten of je kinderen en kleinkinderen veilig zijn. Ons leven is misschien niet perfect, maar we zijn echt heel blij met alle hulp die we hier krijgen. De mensen uit deze stad geven ons echt het gevoel dat we welkom zijn. Ik hoop van ganser harte dat de mensen in Venlo nooit hoeven te ervaren, wat wij hebben meegemaakt.”
Moderne kleding
Terwijl ze haar verhaal vertelt checkt Ruslana ook de kledingrekken in de winkel. Trots laat ze de sjaal, laarzen en blouse zien die ze recent heeft aangeschaft. “Wij zijn erg kritisch op de spullen die we in de winkel hangen,” zo laat José Bol-Strijbos weten. “Het moet niet afgedragen zijn of vol plekken zitten. Deze mensen hebben vaak een heel moderne smaak en zijn trots op de kleding die ze dragen. Het verhoogt hun eigenwaarde. Behalve kleding is er ook ruimte voor tafellakens en servies. Gewone spullen die horen bij een normaal huishouden.” Een andere bewoner, die liever anoniem blijft, spreekt haar dankbaarheid uit voor alle hulp die ze op deze locatie, in Venlo, maar ook van de Nederlandse overheid krijgt. “We zijn met weinig hier aangekomen en had nooit verwacht dat we nu uit zoveel mooie kledingstukken zouden mogen kiezen. Zo lang we niet terug kunnen is dit een prima plek om te verblijven. Er is in Kiev nog te veel onzekerheid om nu al terug te keren. Zeker tijdens de komende wintermaanden.”
Om de hechte band kracht bij te zetten, vindt deze week een bijeenkomst plaats bij restaurant Van Harte, zo laat Ine Hermans weten. “Een deel van de bewoners gaat voor de vrijwilligers speciale Oekraïense gerechten koken. Dat belooft wederom een heel bijzondere avond te worden die de sterke band tussen alle betrokkenen eens te meer aantoont.”