Tino Snijtsheuvel: “Jazz en Venlo, het blijft een lastige combinatie”

13 oktober 2021

Hij had eigenlijk management of rechten willen gaan studeren. Maar omdat zijn vader vond dat minimaal een van zijn zoons de muziek in moest, werd Tino Snijtsheuvel musicus. Uitvoerend, maar ook lesgevend. In het begin aan de Venlose muziekschool, later bij de eigen muziekschool, die hij met echtgenote Loes en zijn zonen runt. Met daarnaast ook een boekingskantoor is Tino goed ingevoerd in de (regionale) muziekwereld. Hij vertelt erover in de rubriek KunstVanbinnen.

Tekst: Jac Buchholz | Beeld: collectie Tino Snijtsheuvel

Hij was 8 jaar toen er in huize Snijtsheuvel een piano werd aangeschaft. Tino Snijtsheuvel glimlacht bij de herinnering. “Mijn vader had bepaald dat een van zijn zonen – we waren met drie broers – de muziek in moest gaan. Dus kwam er een piano en gingen we alle drie op les. Bij juffrouw van Beusekom, in Reuver. Toen we er voor de eerste keer heen gingen dacht ik dat ik na één les al piano kon spelen.” Dat was uiteraard niet het geval, maar uiteindelijk werd Tino degene die de muziek inging. Al op 12 jarige leeftijd won hij de tweede prijs in een regionaal pianoconcours.

Krontjong
Met welke invloeden begon hij als jongetje aan zijn muzikale carrière? “Een heel belangrijke invloed was de traditionele Indische muziek, de krontjong. Daar ben ik mee opgevoed. Dat is een mengeling van muzieksoorten: Javaans, Portugees, Hawaiiaans. Ook old school jazz zit er in. De jazz heeft in een later stadium heel wat invloed op mijn vorming tot muzikant gehad. Mannen als Stan Getz, Chet Baker. Ja, blazers. Ik ben natuurlijk pianist in hart en nieren, maar blaasinstrumenten hebben me altijd aangetrokken – ik heb ook dwarsfluit als facultatief bijvak gestudeerd. Als ik een pianist moet noemen dan is  Oscar Peterson wel een voorbeeld geweest.” Witte blues van artiesten als John Mayall en vooral ook fusion (of jazzrock) van bands als Yellowjackets waren eveneens van invloed op zijn spel, geeft Tino aan.

Louis van Dijk
Vervolgens valt er een verrassende naam: Louis van Dijk. “Ja, dat is zonder meer een van mijn grootste inspirators geweest. Zijn manier van spelen, de manier waarop hij pop, jazz en klassiek wist te vermengen, sprak me zeer aan.” Hij wijst dan op de tijd dat hij, tijdens zijn middelbare schoolperiode een tijdje op een kostschool  in Den Haag verbleef. “Zonder lesboeken. Wel was een piano aanwezig. Ik deed dus alles improviserend. Dat was een bijzonder goede training.” Hij ging vervolgens naar de conservatoria in Maastricht (klassiek), Rotterdam en Tilburg (pop, jazz en improvisatie). Om begin jaren tachtig af te studeren. “Ik ben daarna wel altijd blijven studeren, heel uiteenlopend overigens: ensemble leiding,  management applicaties, theologie, enzovoorts.”

Studiomuzikant
Ervaring had hij al voldoende opgedaan op dat moment. “Tijdens mijn studie werd ik regelmatig gevraagd voor studio-opnames, bij nationale en regionale bekende artiesten.” Hij studeerde bij Joop Grubben voor uitvoerend  musicus, maar zag al snel in dat dat alleen niet de toekomst kon worden. “Dan had ik op jongere leeftijd met les moeten beginnen. Nu zag ik tieners die net zo goed of zelfs beter waren. De concurrentie op dat vlak was en is groot.” Dus ging Tino deels als uitvoerend improviserend musicus en deels als docent aan de Venlose muziekschool aan de slag. “Doceren, het overdragen van kennis vond ik al snel heel leuk.” Dat blijkt onder meer ook uit het feit dat hij vervroegd cum laude is afgestudeerd op methodiek, didactiek en ontwikkelingspsychologie.

Tino en Loes Snijtsheuvel heropenen hun muziekschool na de coronaperiode


Geaccepteerd

Het duurde echter lang voordat hij in de Venlose muziekwereld werd geaccepteerd. Niet dat hij er veel last van had, maar vervelend vond hij het wel. “Dat heeft meer dan tien jaar geduurd. Ik herinner me nog dat ik een uitvoering gaf en Wieke Jordans – een grote man in zeker de Venlose muziekwereld – als eerste begon te applaudisseren. Toen was de rest ook om.” Naast het doceren was Tino frequent te zien op de diverse podia in Venlo en de omliggende regio. Voor reguliere optredens, maar ook in een dienende rol, bijvoorbeeld ter begeleiding van de dansers van de Hogeschool voor de Kunsten tijdens opvoeringen in de Maaspoort, waar hij toen al met zijn oudste zoon, Geronimo, op dat moment 12 jaar oud, concerten gaf.

Jazz
Daarnaast begeleidde en coachte hij muzikanten bij het opzetten van bands, zowel in de popmuziek als in de jazz. “Dat laatste deed ik jarenlang met de Stichting Limburgse Geïmproviseerde Muziek, de SLIM. Niet alleen met klassen, ook met workshops en jam sessions.” Eind jaren tachtig begin jaren negentig leek dat te leiden tot een heropleving van de waardering van de jazzmuziek in Venlo. “Ja, er waren eerder initiatieven om in Venlo een jazzcircuit op te zetten, met onder meer een jaarlijks festival. Maar dat doofde op een gegeven moment uit. Echt van de grond is het daarna niet meer gekomen. Jazz en Venlo, dat was en blijft een lastige combinatie. Er zijn zeker goede jazzmuzikanten, en liefhebbers, maar te weinig om van een echte cultuur te spreken.” Tino leverde wel de allereerste studenten lichte muziek af aan het Maastrichtse conservatorium, bekende jongens uit Venlo en omgeving. Bovendien, geeft hij aan, wie in de wereld van de fanfare of harmonie is opgegroeid, moet als hij of zij overstapt naar de jazz, heel anders leren spelen. “Ik zeg altijd: eerst de fanfare eruit, dan de jazz erin.” Of hij die kar niet wil trekken, het stimuleren van jazz in deze stad? Tino schudt zijn hoofd: “Nee, ik ben niet ‘the man for the job’.

Eigen muziekschool
Naast het muziek maken en doceren ambieerde Tino op den duur een directeursfunctie bij de muziekschool. Het kwam echter niet verder dan sectievoorzitter en afdelingshoofd. Sterker nog, in 2004 ging de muziekschool failliet en stond hij na 23 jaar op straat. “Zit een heel verhaal aan vast, nogal ingewikkeld. Of ik een plan klaar had liggen? Nee, niet echt, al had het idee voor een eigen muziekschool wel eens door mijn hoofd gespeeld.” Dat idee werd opnieuw opgepakt en in 2005 hakten Tino en zijn echtgenote Loes de knoop door. Die muziekschool zou er komen, een familiebedrijf met tevens een rol voor zijn piano spelende en bedrijfskundige zonen. Met naast die muziekschool eveneens een boekingskantoor en een retailtak (verkoop van piano’s).

Zelfoverschatting
Tino lacht voluit als hij aan die beginperiode terugdenkt. “Daar stonden we, mijn vrouw en ik, vol ambitieuze plannen. We wilden een mooi, groot pand in hartje stad. Dat werd dit pand, aan de Goltziusstraat. Veel te groot eigenlijk, te duur. Ja, je kunt wel zeggen dat er sprake was van wat zelfoverschatting.” Desondanks werd het een succes. Tino verzamelde een aantal talentvolle docenten om zich heen en veel van zijn vroegere leerlingen keerden bij hem terug. “In die eerste jaren was mond-tot-mondreclame heel belangrijk. Daarnaast lieten we ons overal zien waar mogelijk was. We stonden in die periode op zowat ieder festival in de regio.”

Familiebedrijf
De muziekschool is anno 2021 nog altijd het familiebedrijf dat het bij de oprichting was. Zoon Djino – jarenlang actief bij Crazy Piano’s in Scheveningen en tegenwoordig, samen met zijn jongere broer Lee-Roy met het Mad Piano-concept neergestreken in Venlo – heeft het boekingskantoor overgenomen. “Daarmee zijn we inmiddels actief in heel Nederland.” Zoon Geronimo – die componeert voor en samenspeelt met grote namen uit de dancescene – geeft er net als zijn vader les. Jongste zoon Lee-Roy, afkomstig uit defensie en de logistiek, doet al het complexe management .Echtgenote Loes neemt de administratie, boekhouding en de sociale communicatieve aspecten op zich.

Tino’s zonen Lee-Roy, Geronimo en Djino zijn ook actief binnen de muziekschool

Mooie momenten
De coronaperiode was geen fijne tijd, vertelt Tino vervolgens, maar daar staan in de historie van de muziekschool veel mooie andere momenten tegenover. “Denk aan talentvolle jongeren naar het conservatorium begeleiden. Maar ook andere initiatieven waarmee muzikanten zich in de kijker kunnen spelen. Om nog even op de jazz terug te komen. We hebben mede aan de basis gestaan van Scratch Jazz bij Poppodium Grenswerk, een platform voor jong jazztalent.”

Talent
Als Tino naar de muziekscene in Venlo kijkt, is het dan veel harmonie, fanfare en vastelaovend of ziet hij ook verscheidenheid? “Ik denk zeker dat laatste, al is er voor bepaalde muziekstromingen nog wel missiewerk nodig. Zoals Viva Classica voor de klassiek doet, dat is geweldig. Grenswerk heeft een heel divers aanbod, de Maaspoort eveneens, en kijk eens welke bijzondere acts er in Domani optreden. Ja, nog voor een te klein publiek, daar zal aan gewerkt moeten worden.” Dan, lachend. “Ja, dat geldt dus ook voor de jazz. Talent is er in Venlo op allerlei vlakken zeker, dat zie ik al binnen onze eigen muziekschool.”

Rustiger aan
Hij ziet er zich voorlopig nog niet stoppen, bij zijn muziekschool, ook al nadert de pensioengerechtigde leeftijd. “Over twee jaar mag ik met pensioen. Er ligt een plan klaar voor daarna, ik zie me echter niet meteen volledig vertrekken. Wel wat rustiger aan gaan doen, meer tijd voor hobby’s als natuurlijk piano spelen, muziek, sporten, schaken, klassiekers en de kleinkinderen – die krijgen ook al pianoles. Maar ik vind het doceren en het directiewerk nog te leuk, dus ik ga nog wel een paar jaartjes door.

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad