Boek over De Instuif: tijdsbeeld van een vergeten periode

6 januari 2020

De jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. Jaren van wederopbouw, maar ook een roerige tijd met veel maatschappelijke veranderingen waarbij vooral de jeugd steeds vaker en steeds luider van zich liet horen.

Tekst: Rob Buchholz | Beeld: Leon Vrijdag

Belangrijk daarbij was De Instuif, een ontmoetingsplek voor de jeugd. Een fenomeen dat vanuit Amsterdam midden jaren vijftig overwaaide naar Blerick en Venlo. Opgezet door katholieke kerk in de hoop een flinke vinger in de pap te hebben bij de ontwikkeling van de jongeren. Maar die invloed nam in de loop der jaren af en de nieuwe generatie nam zelf het helft in handen. José en Joep Dückers maakten die periode bewust mee. Joep als voorzitter van Instuif Lambertus ‘56. En ze leerden elkaar, net zoals vele andere stelletjes uit die tijd, daar ook kennen. “Eigenlijk is het een vergeten periode waar weinig aandacht voor is,” aldus het echtpaar. “Zeker voor mensen uit Venlo en Blerick. Daarom is er nu dit boek dat een prima tijdsbeeld geeft over een interessant stukje geschiedenis van de jongerencultuur uit die tijd.”

Reis door de tijd
Wie door het boek bladert, maakt een reis door de tijd. Vol korte verhalen, foto’s, advertenties en anekdotes uit de periode 1956 tot 1970. Hoe kerk begon met discussieavonden, lezingen en debatten om de nieuwe generatie in toom te houden. Maar ook hoe jongeren van toen steeds mondiger werden en zelf activiteiten begonnen te organiseren. Joep Dückers maakte in 2018 al een boek over de historie van de zaak van zijn vrouw en dochter waar gelegenheidskleding verkocht en verhuurd wordt. Het duiken in de geschiedenis van zijn eigen leven werd een passie. “Bij het ouder worden, ga je opruimen en denkt bij veel zaken: wat doe ik er mee? Verdwijnt mijn eigen geschiedenis? Ik had als voormalig voorzitter van De Instuif heel veel bewaard. Bovendien kreeg ik van de eerste voorzitter van De Instuif, Pierre Smeets, na zijn overlijden het dagboek uit die periode. We wilden daar iets mee doen. Zo zijn we gaan digitaliseren voor het gemeentearchief, maar mijn vrouw en ik wilden meer. Eigenlijk werkt het maken van een boek als het ontstaan van een schilderij. Je vult steeds meer stukken in, gaat op zoek, maakt aantekeningen en zo ontstaat langzaamaan een geheel. Het was soms ook emotioneel. Als je geconfronteerd wordt met het eigen verleden, roep dat veel herinneringen op. Ik liet het zien aan Maurice Ambaum, de uitgever van het eerste boek. Hij heeft het idee voor dit boek meer vorm gegeven.”

 

 

Interviews
Ambaum stelde aan José en Joep voor om stelletjes die elkaar bij De Instuif hadden leren kennen te interviewen. Er verscheen een oproep en de reacties volgden vanzelf. “We hebben de zomer van 2019 gebruikt om interviews af te nemen,” zo vertelt José. “We namen de gesprekken op, ik werkte ze uit en boden ze dan ter inzage aan. Er moest wel eens iets geschrapt worden. Haha. Iedereen kreeg dezelfde vragen: hoe hebben jullie elkaar ontmoet, hoe reageerde het thuisfront, zijn jullie verloofd geweest?” Joep begint te lachen. “Ja met name de vraag over het thuisfront was belangrijk. In die jaren waren er eigenlijk vier standen: de Katholieke arbeiders, de boeren, de middenstand en de notabelen. Thuiskomen met iemand van een andere stand was ‘not done’. Wij kunnen ons perfect in die verhalen inleven. En daar ging het bij het schrijven van dit boek juist om. Beleving aan de verhalen toevoegen.”

Leeftijdsverschil en standen
Joep en José Dückers ondervonden de problematiek van het thuisfront zelf aan den lijve. Andere stand plus het leeftijdsverschil. “Wij hadden elkaar al kort gezien tijdens een fuif bij Café De Maagdenberg,” zo herinnert José zich. “Maar ik stond buiten met een andere jongen te scharrelen toen Joep met vrienden uit een taxi stapten. We werden die avond nog wel aan elkaar voorgesteld, maar zij bleven maar kort. Een paar weken later zagen we elkaar weer. Bij De Instuif. Ik mocht met mijn 17 jaar eigenlijk nog niet naar binnen. De leeftijdsgrens was 18. Daar zag ik Joep weer. Hij had iets. Ja, er was direct chemie tussen ons en die avond hebben we voor de eerste keer samen gedanst.” Maar toen. Het thuisfront dus. Joep vertelde het zijn vader. “Ik geloof dat ik iets aan het handje heb. Direct kwamen er vragen over het werk van haar vader en de leeftijd. Ik was 20. José was 17. ‘Met kinder kumpse heej neet binne,’ zo foeterde mijn vader. Toen bleek dat haar pa bij de douane werkte, was het hek helemaal van de dam. ‘Met de dochter van eine plökker kumpse neet in de hut.’ Duidelijke taal. Mijn vader was bakker. Ondernemer dus. Medewerkers van de douane behoorden tot de groep ambtenaren die hardwerkende middenstanders geld aftroggelden. Maar uiteindelijk is het toch goed gekomen. José en ik hielden stand en hij kon er niet omheen.”

 

 

Einde van een bewogen periode
Het verhaal van José en Joep zelf geeft de essentie van dit boek weer. Het schetsen van een tijdsbeeld. Zo was het leven toen. De sfeer van midden jaren vijftig tot eind jaren zestig. De periode van De Instuif. Over het ontstaan van Instuif Lambertus (IL ’56) in Blerick en het opzetten van een jongerensociëteit op de Koninginnesingel in Venlo gaat dit boek. “Het was een bewogen periode,”zo herinneren José en Joep zich. “Met de opkomst van de Flower Power, hippies en drugs veranderde er eind jaren zestig veel. Een nieuwe generatie stond op. De gemeenteraad werkte steeds vaker tegen en bewoners uit de omgeving waar panden van De Instuif gevestigd waren, toonden steeds meer verzet. Bij de tweede locatie in Venlo, op de Stalbergweg, werden zelfs ramen ingegooid.” Het was het einde van een tijdperk. Maar het complete verhaal van dat prachtige tijdperk van midden jaren vijftig tot eind jaren zestig staat in dit boek verteld. Joep: ”Eigenlijk is De Instuif de basis van de moderne jongerencultuur. Ook bij ons traden bandjes op. De nieuwe generatie startte met het OOC, een plek voor jongeren waar ik zelf begin jaren zeventig ook nog actief was. Daar is in de jaren negentig Perron 55 uit voortgekomen en ruim vijf jaar geleden werd Grenswerk de opvolger. Het is mooi om die rode draad door de tijd te zien.”

De reacties zijn positief. Het is een boek voor mensen die het tijdperk bewust meemaakten, maar ook voor iedereen die meer wil weten over deze bewogen periode en de opkomst van de jeugdcultuur in Venlo. “Met die reacties zijn we blij. Dat was precies de reden dat we dit boek gemaakt hebben. Mensen herkennen zichzelf in de verhalen en zien op foto’s oude bekenden van vroeger terug. Inmiddels is er al een tweede druk verschenen. Zo heeft deze vergeten periode van de Venlose jeugdcultuur toch weer een beetje een gezicht gekregen.”

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad