Het Limburgs dient gestimuleerd te worden, zo legden Rijk en provincie onlangs vast in een convenant. Wat is de stand van zaken wat het Venlose dialect betreft, zo luidde vervolgens de vraag aan twee deskundigen.
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: VenloVanbinnen
Dat is allereerst Bas Vissers, docent moderne talen, bestuurslid van dialectvereniging Veldeke en samensteller van dialectcursussen. Hij vindt dat het Venloos staat als een huis, al dringen invloeden van het ABN meer en meer door. “Je ziet bijvoorbeeld dat het woord ‘zeej’, in het Nederlands ‘zij’, steeds vaker het woord ‘het’ vervangt. Dus in plaats van ‘wie laat kump het?’, hoor je nu ‘wie laat kump zeej?’.
Spelling
Een ander discussiepunt voor de puristen is de schrijfwijze van het Venloos. Is het bijvoorbeeld ‘vuuël’ of ‘vuul’? Vissers verwijst naar 1992, toen het Limburgs officieel werd erkend. “Vervolgens heeft de provincie een richtlijn laten opstellen en die heet: de Spelling der Limburgse dialecten. Dat is op een wetenschappelijk verantwoorde wijze gebeurd, door taalkundigen. Die spelling stamt uit 2003. In 2016 is er een woordenboek verschenen dat deze spelling volgt.” En hoe zit het met het in 1993 uitgebrachte Venloos Woordenboek? “De aanleiding daarvan was de viering van Venlo 650 jaar stad. Welke spelling daaraan ten grondslag lag, is mij onbekend.” Met het verschijnen van het woordenboek in 2016 zou de discussie over de juiste schrijfwijze, stelt Vissers, zijn opgelost. Maar dat is niet helemaal het geval. Zo is er naast ‘vuuël’ en ‘vuul’ ook nog ‘vuuel’, dus zonder trema. “Die laatste is volgens de spelling van 2003 de enige juiste.”
Dialectwoorden
En ja, bevestigt Vissers, zoals taal onderhevig is aan verandering, zo geldt dat ook voor het Venloos dialect. Woorden die onze ouders en overgrootouders nog vanzelfsprekend vonden, worden door een nieuwe generatie steeds minder gebruikt. Vissers schreef er een boekje over ‘100 Wäörd veur óg oetgelag’. Hij eindigt met een ietwat treurigstemmende toekomstvisie. “Er zullen helaas steeds meer typische dialectwoorden verdwijnen. Zoals het dialect ooit zal verdwijnen. Over 500 jaar spreekt niemand het meer.” Om hoopvol te eindigen: “Maar op de kortere termijn zul je het dialect nog in alle geledingen van de Venlose samenleving blijven horen.”
Plat
Ook Frens Bakker, docent en gepromoveerd op ‘de noordgrens van het Limburgs’, ziet de invloed van het Nederlands. “Daar doe je weinig aan. Maar in Venlo moeten ze hun zegeningen tellen, het Venloos dialect leeft volop. Heel anders dan in Nijmegen, waar ik tegenwoordig woon. Het Nijmegens dialect is zo goed als verdwenen.” Dat het Venloos nog altijd volop wordt gesproken, heeft volgens Bakker alles te maken met het feit dat veel Venlose kinderen ‘in ‘t plat’ worden opgevoed. Doordat in Limburg de elite ‘plat’ is blijven spreken, heeft dat nooit het stigma ‘onbeschaafd’ gekregen, zoals in veel andere delen van Nederland. “Van hoog tot laag, mensen spreken thuis Venloos. Mijn vader was schooldirecteur, maar thuis spraken we gewoon dialect. Dat is voor Nijmegenaren onbestaanbaar.”
Wim Daniëls
Bakker deed in de loop der jaren het nodige onderzoek naar dialecten door heel Nederland. Hij ontdekte dat in heel veel gebieden het dialect rap aan het verdwijnen is. “In Groningen en Drenthe bijvoorbeeld zie je ongeveer dit patroon: 80 procent van de 80-jarigen spreekt nog dialect, 40 procent van de 40-jarigen en nog maar 20 procent van de 20-jarigen. Maar in Venlo is dat heel stabiel.” Dus hoeft de Venlonaar zich voorlopig geen zorgen te maken dat het Venloos dialect verdwijnt, zegt hij. “Ik werd eens aangesproken door een mevrouw die had vernomen dat de bekende taalkundige Wim Daniëls had gezegd dat over 50 jaar het dialect zo goed als verdwenen zal zijn. Ik heb haar gerustgesteld. In bepaalde delen van Nederland misschien, maar in Limburg en Venlo niet. Het Limburgse dialect wordt bijvoorbeeld veel meer gesproken dan het Fries, zeker als je naar jongeren kijkt.”
‘Gerdeneer’
Echter, ook in Venlo verdwijnen dialectwoorden die nog niet zo lang geleden gemeengoed waren, stelt Bakker net als Bas Vissers vast. Onder invloed van het Nederlands. “Denk aan ‘bord’ in plaats van ‘telder’. ‘Vaak’ in plaats van ‘dök’ en de ‘tuin’ werd jaren geleden nog vooral met ‘haof’ aangeduid. De ‘gerdeneer’ is ‘tuinder’ geworden, ‘jaomer’ verandert steeds vaker in ‘jammer’ en geluûd’ in ‘geluid’. En achter ‘wao’, ‘nao’ en ‘dao’ wordt tegenwoordig een ‘r’ geplakt: ‘waor gaon we haer’. Zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen. Maar goed, taal verandert, het dialect verandert. Het Venloos zal echter voorlopig niet verdwijnen, dat wordt gelukkig nog heel breed gedragen.”