Het plan Van Gendt was rond de eeuwwisseling voltooid. Maar de sterk groeiende stad kreeg met nieuwe uitdagingen te maken. Doordat Venlo inmiddels 15.000 inwoners telde was het verplicht een uitbreidingsplan op te stellen.
Tekst: Rob Buchholz | Beeld: collectie VenloVanbinnen
Stadsarchitect Schoenmakers kreeg de opdracht aan deze ontwikkeling te werken en hij ontwierp Plan no. 1: de aanleg van nieuwe straten rondom de gordel van Gendt. Het plan bleek al snel te beperkt en na diverse aanpassingen, onder andere vanuit de Provincie, kreeg Venlo toch de kans verder te groeien en zich te ontwikkelen.
Ontwikkeling van de stad
Wie kijkt naar gebeurtenissen en maatschappelijke ontwikkelingen uit de eerste jaren van de twintigste eeuw zal er steeds meer herkenning met het Venlo van nu of in ieder geval de laatste decennia in terugvinden. Belangrijk was de aanleg van een rioleringssysteem, de start van de vuilnisophaaldienst, maar ook de komst van elektrische straatverlichting waarmee Venlo – dankzij de aanwezigheid van gloeilampenfabriek Pope – overigens de primeur had voor heel Nederland. In 1901 organiseerde Pierre Hendrikx (ook bekend als De Sjiets) de eerste Sintermerteoptocht door het centrum. In diezelfde jaren was er voor de eerste keer sprake van een etalagewedstrijd in verband met het Sinterklaasfeest. Zangkoor Venlona werd opgericht, net zoals VVV’03, de voetbalclub die vanaf 1904 ging spelen bij De Kraal, een veld gelegen naast het gelijknamige restaurant. In 1909 opende Joep Caubo de eerste permanente bioscoop van Nederland op de Vleesstraat. Een jaar later gevolgd door de komst van theaterzaal De Prins van Oranje op de Kaldenkerkerweg. Warenhuis Vroom & Dreesmann vestigde zich in 1915 op de Vleesstraat.

Luchtfoto Venlo begin 20e eeuw
Sloop en bouw
Terug naar de bouw en economische ontwikkeling. Een onderdeel van het aangepaste Plan no. 1 was de sloop van krotten, onder andere in de buurt van Jodenstraat en haven, ook wel bekend als de volkswijk ’t Hetje. Daarmee werd al voor de start van de Eerste Wereldoorlog (1914) begonnen, maar zette door tot ver in de jaren 30 van de vorige eeuw. Aan de Noordzijde van de stad ontstonden nieuwe straten en kenmerkende gebouwen zoals het bekende Metropole-gebouw aan de Straelseweg en Concertzaal Apollo (later Venlonazaal) aan de Hogeweg. Doordat de huzaren vanaf 1913 een permanente plek kregen in de Frederik Hendrikkazerne werd de Minderbroederskazerne in het centrum van de stad overbodig. Stedelijk ontwerper Schaap ontwikkelde het plan Rosarium: nieuwe straten en huizen rondom een rozentuin met vijver. En zo kreeg Venlo op steeds meer plekken een nieuw gezicht. Grootste obstakel was het spooremplacement waardoor aan de zuidkant van de stad in eerste instantie weinig tot geen uitbreiding mogelijk was.
Eerste Wereldoorlog
Het gebeurde allemaal in een tijd dat in de rest van Europa veel onrust heerste. Deze onrust zorgde ervoor dat op 28 juli 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Hoewel Nederland neutraal bleef, waren de gevolgen toch merkbaar. Zeker in de grensstreek en dus ook voor Venlo. Ruim duizend Belgische vluchtelingen melden zich in de stad en er ontstonden problemen met geld. Veel valuta daalden in waarde en de gemeente besloot over te gaan tot de uitgifte van eigen zilverbonnen. De Nederlandse staat voerde ondertussen de Levensmiddelenwet in. Deze was nodig om prijsopdrijving, voorraadvorming en hamsterwoede tegen te gaan. Burgemeesters kregen de bevoegdheid om goederen in beslag te nemen en tegen een maximale prijs aan te bieden aan de plaatselijke bevolking. In veel steden ging men over tot de aanleg van voedselvoorraden maar in Venlo was dat – mede door de sterke opkomst van de glastuinbouw – niet nodig. De tuinders hadden voldoende voorraad en exporteerden deze zelfs massaal naar het Ruhrgebied.
Beperkingen en aanpassingen waren dus onontkoombaar, maar in Venlo bleek tijdens deze oorlogsjaren toch vooral sprake van groei en ontwikkeling. Welke impact de Eerste Wereldoorlog verder op de stad had, komt in het volgende deel uitgebreider aan bod.