Venlo door de eeuwen heen, deel 5: Ik Hertog van Gelder….

6 augustus 2020

Dit is het vijfde deel van de rubriek ‘Venlo door de eeuwen heen’. In deze reis door de tijd wordt de geschiedenis van de stad uitgebreid belicht. Chronologisch. Van oermens tot moderne centrumstad. Een stukje geschiedenis voor jong en oud. Vandaag deel 5: Ik Hertog van Gelder. Het verhaal hoe Venlo op 1 september 1343 stadsrechten kreeg toegewezen.

Tekst: Rob Buchholz | Beeld: Wikipedia en archief VenloVanbinnen

In de periode voordat Venlo stadsrechten kreeg, was het onderdeel van het Gelderse overkwartier waar zowel de bevolking toenam als ook de handel floreerde. Die bloeiende handel was mede te danken aan Mooder Maas en dan met name aan eiland De Weerd dat dienst deed als omslagpunt om bij verschillende waterstanden scheepsvrachten te overladen.

De Maas
Dankzij de gunstige ligging aan de Maas konden inwoners van Venlo handel drijven met andere steden als Maastricht, Roermond, Luik, Nijmegen en zelfs delen van het Graafschap Holland. Handel die goed was voor de ontwikkeling van de toekomstige stad. Tevens hadden handelaren gemerkt dat het vervoeren van producten via water sneller verliep dan over de weg. Bovendien was het veiliger en goedkoper.

1 september 1343
De Hertog Van Gelre (Reinoud II) had financieel-economische belangen in Venlo en merkte dat de plek die hij afwisselend dorp, stad of villa noemde op diverse manieren bezig was met een positieve groei. Het besluit om Venlo stadsrechten te verlenen kwam dan ook niet uit de lucht vallen. De bevestiging vond plaats op 1 september 1343. Het was een juridische bekrachtiging van de status die Venlo eigenlijk al had. Het officiële deel vond overigens niet in de nieuwe stad zelf plaats, maar de bevestiging werd schriftelijk vastgelegd op de burcht van Montfort.

Stadsrechten
Het gevolg was dat de rechten voor kooplieden en handelaren beter geregeld waren. Door de groeiende handel was er al sprake van vroege belastingvormen als stapelrecht en tolrecht. De stadsrechten betekenden dat Venlo toestemming kreeg voor een wekelijkse markt (op dinsdag) en om drie keer per jaar een jaarmarkt te organiseren. Tevens vond vanuit de stad de export plaats van graanoverschotten, afkomstig van omliggende plattelandsgebieden. Door deze ontwikkelingen werd Venlo een vrije burgergemeenschap waarbij de inwoners de vorm kregen van een rechtspersoon die goederen kon bezitten als ook zelfstandig verhandelen. De stad werd daarmee een collectieve leenman van de landsheer.

Stadsmuur
Door het verkrijgen van stadsrechten begon de bouw van een stenen omwalling omgeven door twee grachten. De stadsmuur kreeg vier grote poorten (Helpoort, Tegelpoort, Keulse Poort/Laerpoort en Maaspoort), diverse kleine poortjes en 25 toren. De torens waren voorzien van werpgaten. Deze waren bedoeld om de vijand te belagen met kokend water, zware stenen en diverse andere producten die goed konden rollen. Deze bouw gaf Venlo direct de status van vestigingsstad. Ook dienden de torens als gevangenis of opslag van bouwmaterialen. Dankzij deze bouw groeide Venlo in de loop der jaren uit tot één van de sterkste vestigingen van het Gelderse overkwartier.

Stadsbestuur
De Hertog van Gelre stelde 9 schepenen aan. Zij vormden het bestuur van de stad en zijn vergelijkbaar met de huidige wethouders. Ook kreeg Venlo een ambtsman toegewezen. Deze was, als vertegenwoordiger van de Hertog, verantwoordelijk voor het innen van belastingen. Een burgmeester? Ja Venlo had er zelfs twee. Ieder met een eigen functie, maar anders dan in de moderne tijd. Bovendien werden deze personen telkens voor de periode van slechts één jaar benoemd. De eerdergenoemde schepenen werden bijvoorbeeld voor het leven benoemd. Inwoners van de stad droegen de naam Poorters. Deze groep had het recht om binnen de stadspoorten te wonen.

Rond 1350 had Venlo 2200 inwoners, verspreid over 440 gezinnen. In 1475 was dat aantal gegroeid naar 3500, verspreid over 700 gezinnen.

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad