Tijdens de grandioze afsluiting op de Markt bij het Venlose stadhuis, zagen en beleefden de aanwezigen op indrukwekkende wijze de bombardementen tegen de Maasbruggen tijdens het najaar van 1944. Het was niet de eerste keer dat bominslagen in onze stad mensenlevens vergden.
Tekst: Marcel Hogenhuis | Beeld: Leon Vrijdag en collectie Marcel Hogenhuis
Anderhalf jaar eerder, in de nacht van 8/9 april 1943, werd Venlo ook door bommen getroffen en vielen in totaal 9 slachtoffers. In het tweedelige boek ‘Vliegveld Venlo’ van Jan Derix werden deze bominslagen toegeschreven aan een bij Hout-Blerick gecrashte Britse bommenwerper, maar dit type kon lang niet zoveel bommen meevoeren als in de Venlose binnenstad en Venlo-Zuid vielen.
Venlonaar Piet Stroeken van de Nieuwe Venlosche Courant, hield in oorlogstijd een dagboek bij waaruit we onderstaande beschrijving overnemen:
“´s Avonds tegen 23 uur grote bedrijvigheid in de lucht. Om 23.30 uur vallen drie bommen in de Willemstraat. Kort daarop valt weer een bom. De sirenes zetten aan om te beginnen doch houden plotseling op. Het bleek, dat het transformatorhuisje aan de Keulse Poort getroffen was. Een aangeschoten vliegtuig vliegt laag over de stad heen en weer. Tegen kwart na twaalf was het rustig. In de richting van Kaldenkerken is grote brand merkbaar. Een munitietrein (17 wagons) bleek in brand gegooid. Het ploft en knettert tot in den morgen (tot 5 uur).”

De brandende munitietrein in Kaldenkirchen trok ook bekijks van militairen van Fliegerhorst Venlo. Een van hen maakte deze spectaculaire opname.
In de buurt van de Willemstraat bleek grote ravage aangericht. Tal van kleine huizen in elkaar gestort. Een trottoirband werd over twee huizen heen geslingerd. De bommen bleken tussen de Willemstraat en de Sloot te zijn gevallen. Op 16 April 1943 werd in de Sloot nog een blindganger gevonden. De woningen in de buurt moesten ontruimd worden en de bewoners werden gedeeltelijk ondergebracht in het Patronaat Hendrikstraat.
De bommen die in de omgeving van de Keulse Poort zijn gevallen, vernielden op de Hamburgersingel twee landhuizen. Ook andere woningen in de buurt hadden veel schade opgelopen zoals het National, Hotel Americain en Café Spoorzicht. Tevens bleek het dak van het nieuwe postkantoor totaal verschoven.

Of het dak echt ‘verschoven’ is of niet, de ramen en dakpannen van het postkantoor hadden het zwaar te verduren gehad.
Op Burgemeester van Rijnsingel vielen nabij het plantsoen enkele bommen. Een vijftiental huizen was zwaar gehavend. Tevens werd nog een blindganger gevonden, zodat tal van huizen ontruimd moesten worden. In de Nassaustraat, Parade en Vleescastraat was sprake van groote glasschade. Op 16 april werd de blindganger op den Burgemeester van Rijnsingel weggehaald. (…) Op 3 juni werd nog een blindganger tot ontploffing gebracht, die in de Vredesstraat in de kelder gevonden werd. Veel glasschade, ondanks waarschuwing.”
De meeste slachtoffers vielen in Venlo-Zuid in de Verdragstraat waar de families Nijs en Nijssen elk drie doden te betreuren hadden. Het negende slachtoffer, Fientje Leygraaf van de Hamburgersingel (nu Deken van Oppensingel) overleed enkele dagen later in het Venlose St.Josephziekenhuis. De grootste beproeving – de bombardementen in oktober en november 1944 – moest nog komen…