De vlook van Hölster Heinkeis de titel van de nieuwe Venlose revue, die op vrijdag 19 oktober aanstaande in De Maaspoort in première gaat. De schrijvers Frans Pollux en Wiel Aerts en regisseur Cees Rullens weten zich geïnspireerd door lokale misdaadverhalen uit de achttiende eeuw. Een hoofdrol daarin speelt de roemruchte Hölster Heinke. Henri Uyttenbroeck en Hub Michels tekenen voor het eerst de volksverhalen op, die ruim een eeuw geleden nog over de bendeleider worden verteld.
Tekst: Sef Derkx | Beeld: Leon Vrijdag & archief Sef Derkx
Het resulteert in 1909 in de studie De Wervers en Hulster Heinke, die het licht ziet als in de fameuze reeks Bijdragen tot de Geschiedenis van Venlo. Het relaas over de bende is een smeuïge mix van feiten en legendes, die het lezen nog steeds waard is. Door archiefonderzoek van onder meer anderen Rob Camps is veel aan het licht gekomen over de historische persoon, de misdaden van zijn bende, zijn arrestatie en gruwelijk einde.
Op zaterdag 30 november 1753 viel het doek voor Hendrick Corts, alias Hölster Heinke. De nacht voorafgaand aan zijn arrestatie was het onrustig geweest op de Hulsterhof, de hoeve waar hij regelmatig vertoefde. Tussen een en twee uur had een roffel op het raam geklonken. Voor de deur stond een hevig bloedende Heinke. Om zijn hals was een vrouwenkleed gebonden om het bloed te stelpen, zijn gezicht zat vol buskruit. Heinke vertelde dat hij beschoten was door een onbekend iemand, waarschijnlijk een concurrent in de criminaliteit. Het was gebeurd terwijl hij lag te slapen. Heinke wilde onderdak in de Hulsterhof en vroeg of de pastoor van Tegelen gehaald kon worden. Blijkbaar voelde hij zijn einde naderen. Pastoor Nicolaas Smeets was kort na drie uur gekomen. Heinke had gebiecht en het heilig oliesel ontvangen. Steven Dings, de pachter van de Hulsterhof, had de zwaargewonde geïnstalleerd op wat stro naast het vuur in de keuken. Het pistool dat hij bij zich droeg liet Heinke door de vrouw van de pachter, Christina Dings-Janssen, verstoppen. Zijn degenriem verborg hij onder het stro. De volgende ochtend vroeg hij een gestolen zilveren zakhorloge op te bergen in een kast.
Het nieuws dat de gezochte bendeleider zwaargewond onderdak had gevonden in de Hulsterhof, bereikte de volgende ochtend Venlo. Tegen negen uur kwam een militaire eenheid aan bij de boerderij. Ze gingen naar binnen en troffen Heinke aan in de keuken. Een officier vroeg hem naar zijn pistool. De rover ontkende er een bij zich te dragen. Ongetwijfeld zal de vrouw des huizes wat zenuwachtig gereageerd hebben, want toen aan haar gevraagd werd of ze meer wist van het vuurwapen, haalde ze het tevoorschijn. Ook het zilveren zakhorloge werd aan een van de officieren overhandigd. Hendrick Corts werd geboeid afgevoerd, het nieuws van zijn arrestatie zal ongetwijfeld als een lopend vuurtje rond gegaan zijn in Venlo.

Hölster Heinke werd mogelijk gevangengezet in de Maaspoort (tekening Jan de Beijer, 18e eeuw)
Er was de overheden alles aan gelegen om de zwaargewonde Hölster Heinke in leven te houden. Een schielijke dood in een cel was het laatste wat men wilde. Zijn openbare terechtstelling moest een afschrikkend voorbeeld zijn van hoe het kon eindigen als je het verkeerde pad opging. Justitie was bovendien zeer geïnteresseerd in de bekentenissen van Hölster Heinke, met wie men een grote vis aan de haak had geslagen. Stadschirurgijn Lambert van Elswick verwijderde de kogels uit zijn borst en linkerarm en bezocht zijn patiënt daarna nog enkele malen om hem te aderlaten. Om aan te sterken kreeg de patiëntgevangene extra eten en zelfs wijn. De eerste dagen werd hij niet gekluisterd, maar daarna zat hij met geboeide handen en voeten in zijn cel. Hij werd dag en nacht door vier mannen bewaakt, terwijl buiten bij de deur nog eens twee bewakers stonden. Het was de grootste burgerwacht ooit in Venlo. In januari 1754 werd Hölster Heinke herhaaldelijk verhoord. Hij bekende veel misdaden die hij in voorbije jaren had gepleegd en noemde daarbij de namen van zijn mededaders. Ook van elders kwamen belastende verklaringen binnen.
Verdachten die in andere plaatsen in de regio vastzaten, noemden Heinke regelmatig als een van hun ‘complicen’. Uit de archiefstukken rijst het beeld op van een zware crimineel die veel op zijn kerfstok had. Kort gezegd komt het neer op bedreiging, diefstal, verkrachting, zware mishandeling, roof, brandstichting en mogelijk ook doodslag of moord. Het is een lange lijst van misdrijven, die verspreid over een groot gebied waren begaan in een voortdurend wisselend gezelschap van criminelen. Dat Hölster Heinke een Venlose Robin Hood zou zijn geweest, op wie de arme bevolking een beroep kon doen, is slechts een legende. Om niet te zeggen aperte onzin. Op 25 januari 1754 werd Hölster Heinke ter dood veroordeeld. De dag erna op de gerechtsplaats geradbraakt. Na hem werd Gertruydt Kap, alias Zwarte Trui, een vrouwelijk lid van zijn bende opgehangen. Een van haar dochters, Margriet, werd vastgebonden aan de galg en gegeseld, haar andere kinderen werden gedwongen toe te kijken.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.