Tot voor halve eeuw geleden was een auto een kostbaar bezit, zeker voor een doorsnee gezin. Het dialectwoord unne luukswage is alleszeggend. Een brommer was financieel wel bereikbaar. Als je een tijdlang elk dubbeltje had omgedraaid, kwam die droom in zicht.
Tekst: Sef Derkx | Beeld: Leon Vrijdag & Collectie Sef Derkx
Door mijn vroegste jeugdherinneringen tuffen mannen op brommers. Ze waren vaak gehuld in lange leren jassen. Als ik in bed lag en er een brommer door de straat reed, probeerde ik die in gedachten zo ver mogelijk te volgen. Het was niet zo moeilijk, want ze produceerden een hels kabaal en het geluid droeg ver in het stille Venlo van toen. De tijden zijn veranderd. Toen de legendarische voetballer Jan Schatorjé een contract afsloot bij VVV, kreeg hij een brommer om van Horst naar de training aan De Kraal te rijden. Kom daar nu maar eens mee in een contractbespreking met een jeugdige profvoetballer.
Een brommer voor het vertier en het plezier is een fenomeen uit de jaren zestig. Voor opgeschoten jongens was de brommer veel meer dan een praktisch vervoermiddel dat je van punt A naar punt B bracht. De brommer was een statussymbool, waarmee je kon pronken. Een bepaald merk en model hoorde bij een specifieke levensstijl. Net als haardracht, kleding en muzikale voorkeur. Met je brommer liet je zien wie je was en bij welke jeugdgroep je hoorde. Kuiven, nozems of rockers reden op motorachtige brommers met een laag stuur zoals de Kreidler of Zündapp. Ze groepten vaak samen op het Monseigneur Nolensplein, bij de ijssalon van de familie Meijers. In de tweede helft van de jaren zestig verscheen de Puch in het straatbeeld. Wie daarop reed, was liefhebber van beatmuziek, had lange haren en droeg een strakke broek met wijd uitlopende pijpen.
Venlo speelt een belangrijke rol in de brommerhistorie. De naam van de stad werd door de firma Cyrus uitgedragen over de hele wereld. Tweewielers uit de Venlose fabriek zijn verscheept naar alle uithoeken. Cyrus was een bekend merk in bijvoorbeeld Indonesië, Syrië en Marokko. Het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bewaart foto’s van missionarissen op een Cyrusbrommer. De Bermuda-eilanden zijn een verhaal apart. Begin jaren zestig plaatste de directie van het vliegveld aldaar een order in Venlo. De brommers die tot dan in gebruik waren, stoorden de communicatie tussen verkeerstoren en vliegers. Met een Cyrus had je geen last van het euvel. Ook de politie en de toeristendienst van de eilandengroep schaften Cyrussen aan. Zelfs ruimtevaartorganisatie NASA wist de Venlose onderneming te vinden. Op de particuliere markt in de Verenigde Staten was eveneens interesse. Met de reclamespreuk ‘You meet the nicest people on a Cyrus’ werden de Amerikaanse burgers met succes bewerkt.
De bakermat van Cyrus ligt aan de Kruisstraat in Tegelen, waar de smid Jac. Franssen in 1883 vélocipèdes ging maken. De entrepreneur had de wind mee. Wielrennen was indertijd een geliefde sport. Een van de bekende cracks was Blerickenaar Mathieu Cordang. Hij reeg in de jaren negentig van de negentiende eeuw overwinning aan overwinning en vestigde record op record. Cordang was een gevierd sportheld die het fietsen populair maakte. In 1898 verhuisde Franssen met zijn bedrijf naar Venlo. Velen zullen zich nog de showroom herinneren op de hoek van de Herungerweg en Straelseweg; in het karakteristieke pand is momenteel een kappersvakschool gevestigd. De fietsen van Franssen kwamen voortaan op de markt onder de naam Valuas. In de jaren twintig en dertig werden de nieuwe merken Cyrus en Saffier geïntroduceerd. Tegenover de winkel bouwde Franssen een fabriek.
Jac. Franssen was een innovatief ondernemer. In 1921 bouwde hij een proefmodel van een gemotoriseerde fiets. De ritjes die hij maakte over de Straelseweg trokken de aandacht van velen. Aan het prototype werd flink gesleuteld; na zes jaar kon de Cyrus motorfiets in productie worden genomen. Het ging crescendo met de onderneming. De zonen van de grondlegger, Pierre en Wiel, stapten in het bedrijf. Voortaan prijkte de naam Jac. Franssen & Zonen op alle tweewielers. Aan het Monsepaadje in Venlo-zuid werd een nieuwe, hypermoderne fabriek gebouwd. De oorlogsjaren verliepen desastreus. De bezetter ontmantelde de machines en legde beslag op de voorraad. Het onderdelenmagazijn werd leeggestolen. De fabriek aan de Straelseweg raakte beschadigd bij een bombardement. Na de bevrijding ging men vanaf het nulpunt weer aan de slag. De volgende generatie, Lou en Theo Franssen, trad aan. Zij reorganiseerden het bedrijf en herdoopten het in Cyrus N.V. v/h Jac. Franssen & Zonen.
In 1948 kwamen de eerste moderne brommers van Cyrus in de verkoop. De grote doorbraak kwam vanaf de jaren vijftig, toen een gouden tijd aanving. In een kleurenfolder uit de jaren zestig stelt Cyrus de modellen voor. Het eenvoudigst was de Cyrusette – de naam is afgeleid van de immens populaire Mobylette. Je had verschillende uitvoeringen van de Cyrusette, die wordt aangeprezen als de ideale gezinsbromfiets. De Cyrusette 4 is: “De wensdroom van de moderne jeugd. Bijzonder sportief model, met verchroomde spatborden, buddyseat en kofferrek. 21” wielen. Leverbaar in tomaatrood”. Verder had je onder meer de Standaard: “Een pittige en lichte bromfiets die U nooit in de steek laat”. Serieuze brommers, van het welbekende type buikschuiver, zijn de Special, F75 en Royal. In de folder staat vermeld dat men bij Cyrus ook terecht kan voor gemotoriseerde bakfietsen (bromcarriers) en transportbromfietsen. Op de laatste reden de distributeurs van populaire weekbladen als Panorama en De Spiegel.

Colly Franssen op mini wegenwacht brommer
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig daalde de verkoop van brommers. Debet eraan waren de aangescherpte veiligheidsmaatregelen die de overheid invoerde. Vooral de verplichting een helm te dragen, schrok de jeugd af. Er was natuurlijk ook niets mooier dan je lange haren vrij en frank te laten wapperen in de wind. De steeds duurder wordende bromfietsverzekering werkte ook niet mee. Door de groeiende welvaart kwamen rijlessen, rijexamen en een eigen, tweedehands auto in het vizier van veel jongvolwassenen. Cyrus raakte in de rode cijfers. In oktober 1971 werd surseance van betaling aangevraagd. Nadat financieel alles keurig geregeld was, werd de productie van fietsen en onderdelen opnieuw gestart. Gazelle was de belangrijkste afnemer. Later werden weer fietsen voor de eigen merken Cyrus en Valuas geassembleerd. De fabriek sloot definitief in 1985, Cyrus werd historie. Een geschiedenis die veel mensen aanspreekt, want op internet blijkt dat er op tal van plaatsen in de wereld toegewijde fans zijn van het Venlose merk.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl