VenloVanvruuger:‘Gevaar!! We moeten hier weg.’

30 januari 2020

‘Gevaar!! We moeten hier weg.’ Het is een alleszeggend citaat uit een bewaard gebleven zakagenda van Ingeborg Rosenthal. Dit gebruikte ze in 1943 als dagboekje over haar onderduiktijd in Blerick en Venlo. Zij is een van de vele joodse burgers in onze gemeente die tijdens de Tweede Wereldoorlog slachtoffer werd van de Duitse Jodenvervolgingen. Omdat afgelopen maandag uitgebreid werd stilgestaan bij de bevrijding van concentratiekamp Auschwitz, nu 75 jaar geleden, stel ik u voor aan Ingeborg Rosenthal.

Tekst: Marcel Hogenhuis | Beeld: Leon Vrijdag en archief Marcel Hogenhuis

Met haar stiefvader Otto Grünthal (60), moeder Martha Grünthal (50) en haar broer Walter (20), was Ingeborg (17) uit Berlijn gevlucht voor de Nazi’s. Hun vluchtroute liep via Italië naar Nederland want daar woonde Ingeborg’s oom, Max Neumann. Zijn adres Keizersgracht 4 werd voor hen het eerste aanloopadres. Na gewoond te hebben op de Weteringschans en Bronckhorststraat, betrok het gezin in april 1938 een woning op de Antoniuslaan 51 in Blerick.

 

Walter Rosenthal, Martha Grünthal-Neumann, Otto Grünthal en Ingeborg Rosenthal op de Noorder Amstellaan (nu Churchill-laan) in Amsterdam kort na hun vlucht naar Nederland

De Berlijnse ingenieur Grünthal werd compagnon in de firma Panter Landbouwwerktuigen van D.Kurstjens. Het gezin paste zich snel aan. Wie het dagboekje leest, zal zich namelijk zowel verbazen over het goede Nederlands van Ingeborg als de contacten zij in die korte tijd in Blerick wisten te leggen: in het dagboek staan diverse helpers uit het Blerickse zoals de juwelier Kortooms. Toen in augustus 1942 het gezin werd opgeroepen voor transport naar Polen, schoot de bekende huisarts dokter Vallen hen te hulp: suikerpatiënte Ingeborg spoot zich teveel insuline in en Martha kreeg een blaasontsteking. Beiden werden halsoverkop door Vallen naar het Venlose ziekenhuis gebracht, waardoor Otto en Walter vrijgesteld werden van transport. Dit bleek uitstel van executie want op 10 november werden opnieuw joodse families opgehaald, ook dit keer wist het gezin tijdig onder te duiken. Ingeborg zelf verbleef nog in het ziekenhuis, maar dook ook onder.

 

Een fragment uit het dagboekje van Ingeborg Rosenthal uit 1943.

 

Opvallend is dat Otto, Martha en Ingeborg veelal op dezelfde adressen verbleven, maar Walter vaak elders was ondergedoken. Pas in juni 1944 kwamen ze terecht bij een familie in Genooi, zij bewoonden een vakantiehuisje in een bosperceel aan de Oude Venloseweg. De situatie daar was gevaarlijk: in het nabijgelegen café Jacobs waren Duitsers ingekwartierd en hun gastgezin wilde vooral verdienen aan onderduikers. Het onderduikadres werd waarschijnlijk verraden en op 1 november 1944 volgde de arrestatie van het gezin. Nog dezelfde dag haalde de Sicherheitsdienst Otto en Walter uit hun cellen, bracht hen naar Blerick en schoot beiden dood in een bosperceel in Hout-Blerick. Martha en Ingeborg ontsprongen de dans omdat Ingeborg bij gebrek aan insuline ziek werd. Een goede politieman bracht hen naar het Venlose ziekenhuis, alwaar zij onderdoken. Het Duitse toezicht zal in deze dagen minder zijn geweest, vanwege de chaos die heerste door de bombardementen tegen de Maasbruggen. Hoe dan ook, Marta en Ingeborg bleven ondergedoken tot de bevrijding van Venlo in maart 1945.

Daarna volgden uiterst teleurstellende maanden waarin Marta haar doodgeschoten zoon en echtgenoot moest identificeren, overal vergeefs aanklopten om de vermoedelijke verraders achter de tralies te krijgen maar dit niet konden bewijzen. Eind 1945 verhuisden ze naar Amsterdam en in februari 1947 emigreerden zij naar de VS. Ingeborg heeft haar dagboekje helaas nooit meer gezien, maar het is een bijzonder relaas uit de Jodenvervolging te Venlo.

 

Bekijk ons magazine

Blader door onze artikelen in Venlovanbinnenstad