Universiteit Maastricht organiseert onder de noemer ‘Studium Generale’ regelmatig gratis, openbare lezingen. Eens per maand ook in de vestiging in Venlo. Dinsdag 12 november was de spreker professor Frans Verhey, als hoogleraar verbonden aan het Maastricht UMC+ en het Alzheimer Centrum Limburg. Het thema: Is de ziekte van Alzheimer wel een ziekte?
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: VenloVanbinnen
Alzheimer en dementie worden vaak synoniem gebruikt, begint professor Verhey zijn betoog. Maar dementie is een verzamelnaam voor allerlei soorten hersenaandoeningen, geeft hij aan. Alzheimer is dat echter ook. Want wat Alzheimer wordt genoemd, heeft vaak eveneens meerdere oorzaken. Het is, zegt hij, wel een aandoening met een enorme impact. Voor de persoon zelf, zijn of haar omgeving en voor de maatschappij. En het aantal mensen met wat we voor nu maar even Alzheimer noemen stijgt gestaag. Waren dat er in 2002 nog minder dan 200.000, de verwachting is dat er in 2050 meer dan 400.000 mensen Alzheimer zullen hebben – voor Limburg liggen die aantallen respectievelijk op 18.000 en 40.000. Als er niets wordt gedaan, voegt Verhey er aan toe, een opmerking waar hij later in de lezing op terug komt.
Alois Alzheimer
Verhey neemt de aanwezigen in de collegezaal dan mee naar het begin van de vorige eeuw. Dokter Alois Alzheimer ontdekte in 1906 bij een van zijn patiënten Augusta Deter, die tekenen van toenemende verwardheid en vergeetachtigheid vertoonde en op 55 jarige leeftijd overleed, klonteringen en draadvormingen in de hersenen. De beschrijving ervan leidde tot de naam Alzheimer, iets wat voordien altijd aderverkalking werd genoemd. Verhey laat foto’s zien van gekrompen hersenen, typerend voor Alzheimer, en noemt de twee Alzheimer-eiwitten: Beta Amyloïd en Tau. Daar is al veel onderzoek naar gedaan, maar hun rol in het Alzheimerproces is nog niet helemaal duidelijk. Wel bekend is dat Beta Amyloïd, het meest onderzocht, zoals alle eiwitten door enzymen wordt afgebroken. Dat gebeurt echter op de verkeerde manier, wat tot plaque leidt waardoor de ziekte van Alzheimer zou ontstaan. Zou, want tussen dementie en Alzheimer is geen een-op-een-verbinding te leggen. Sterker nog, de rol van het eiwit Tau is nog raadselachtiger dan die van Beta Amyloïd. De vraag of beide eiwitten daadwerkelijk de boosdoener van Alzheimer zijn blijft dan ook onbeantwoord.
Andere factoren
Dan komt Verhey bij zin kernvraag: Is er wel een ziekte van Alzheimer? “Relatief weinig mensen hebben de kenmerken die alleen aan Alzheimer kunnen worden toegeschreven”, vertelt hij. “Wat we Alzheimer noemen is in de meeste gevallen een verzameling van problemen. Vaak spelen ook andere factoren een rol zoals depressie, hart- en vaatziekten, vereenzaming en een slecht voedingspatroon.” Hij legt uit dat onderzoek naar het bestrijden van Beta Amyloïd en Tau vooralsnog geen positieve uitkomsten heeft opgeleverd. Een medicijn tegen Alzheimer is er volgens Verhey voorlopig ook nog niet. “Aducanumab, dat eerder dit jaar veelvuldig in het nieuws was, kwam op het eerste oog in de buurt. Het leek succesvol, maar de resultaten zijn te onduidelijk om daar onze hoop op te vestigen.”
Preventieve maatregelen
Het grote probleem is, merkt Verhey op, dat eventuele medicatie pas wordt ingezet als de eerste symptomen van Alzheimer zich al hebben aangediend. Dan is het vaak te laat. Dus zouden mensen zich al vroeg in hun leven moeten laten screenen en preventieve maatregelen moeten nemen. Al geeft hij aan dat screenen wellicht geen duidelijk beeld geeft. Want, zegt Verhey, zoals gezegd is het lastig vast te stellen of iets leidt tot Alzheimer. Is de ziekte van Alzheimer dus wel een ziekte of een verzameling van problemen? En wat zijn die problemen dan? Wel is het nemen van preventieve maatregelen een belangrijk onderdeel om Alzheimer in een vroeg stadium te voorkomen. “Alzheimer is in principe een ouderdomsziekte. We worden ouder dan generaties voor ons, dus zal Alzheimer een rol blijven spelen. Maar met preventieve maatregelen kunnen we dat uitstellen. Maatregelen als gezonde voeding, hersengymnastiek, maatregelen nemen tegen hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte, sociaal actief zijn, dat soort zaken.”
Beperking
De belangrijkste boodschap heeft Verhey tot het einde bewaard. “Zie Alzheimer, zeker in het beginstadium niet als ziekte maar als handicap, als beperking. Nee, de diagnose is niet leuk maar je kunt nog lange tijd leuke dingen doen. Dat vraagt ook een denkomslag in de maatschappij, de maatschappij zal daar op moeten worden ingericht. Kijk naar wat er wel nog kan in plaats van wat er niet meer kan. Het medicijn tegen Alzheimer is nog niet in zicht, maar met preventieve maatregelen kunnen we het moment dat de eerste symptomen zich voordoen in veel gevallen uitstellen.”
Op 10 december organiseert de Universiteit Maastricht de volgende lezing op de locatie Venlo. Het onderwerp is dan: Rede en religie. Gratis aanmelden en meer informatie? Dat kan door te klikken op deze link.