In week 40, eind september, bestaat het Venlose Hotel-Restaurant Valuas 40 jaar. Bekende voetbalteams verbleven er, popsterren ook. En al vanaf het begin vindt er het hofbaldiner van Jocus plaats. Zo zijn er meer bijzondere momenten, vertelt huidig eigenaar en meester-kok Eric Swaghoven die terloops met een glimlach opmerkt dat hij nooit een koksopleiding heeft gevolgd.
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: Peter Janssen
Hij komt aan het begin van het gesprek even ter sprake, de man die ruim 100 jaar geleden een herberg runde op de plek waar nu Valuas staat. Die man was Handrie Zaeyen, een bekend stadsfiguur die de bijnaam ‘de Roëje van Zaeye’ kreeg. Eric Swaghoven wijst op een doek waarop Zaeyen in Frans Hals-stijl is vereeuwigd. “We hebben eens bezoek gehad van een van zijn achterkleinkinderen. Die wilde het doek kopen. Nee, heb ik toen gezegd, dat hoort hier thuis.”
Authentieke elementen
Terug naar 1980 dan. Frans en Yvonne Swaghoven verkassen van Wilhelmina naar dat bijzondere plekje aan de Maas om Valuas te beginnen. “De vorige uitbater was failliet gegaan. Mijn ouders besloten de zaak over te nemen. Eind september 1980 zijn ze hier begonnen.” De zaak van toen is in de loop der jaren flink aangepast om te kunnen voldoen aan de normen van een moderne horecazaak, geeft Swaghoven aan. “Maar we hebben wel bepaalde authentieke elementen, zoals de houten lambrisering, behouden en zo en heel eigen sfeer gecreëerd.”
Informeler
Zo werd in de loop der jaren het aantal hotelkamers uitgebreid van 11 naar 18. Recent is dat aantal weer teruggebracht naar 13, merkt Swaghoven op. “We hebben gekozen voor wat ruimere, luxere kamers. We zijn een klein bedrijf en willen ons op een geheel eigen wijze profileren.” Een andere ingreep vond eerder dit jaar plaats. Het restaurant werd vergroot en de Brasserie verhuisde en kreeg een nieuwe naam: La Vie by Valuas. “Daarmee spelen we in op de trend dat het wat informeler mag tegenwoordig. La Vie heeft een huiskameruitstraling met een daarbij passende kaart.”
Kreeftenaquarium
Mensen uit alle windstreken wisten en weten Valuas te vinden. Onder meer veel voetbalelftallen. Swaghoven knikt. “Ja, er hebben hier al veel grote clubs gelogeerd, zoals Ajax. Het Nederlands elftal zelfs. En wielrenners, zoals het team van Rabobank. Popmuzikanten en kunstenaars ook.” Hij glimlacht. “Een van die muzikanten maakte het wel heel bont, liet het kreeftenaquarium leeglopen in het restaurant. Die hebben we vervolgens buiten de deur gezet.”
Koksopleiding
Een mindere tijd was er midden jaren negentig, met het overlijden van moeder Yvonne en twee keer hoog water. Vader Frans besloot in 1995 te stoppen waarna Eric samen met zijn broer Marcel de zaak overnam. “We zijn allebei in de bediening begonnen, ik eerst, maar toen Marcel een aantal jaren later dat ook deed ben ik naar de keuken verhuisd.” Hij lacht. “Weet je dat ik nooit een koksopleiding heb gevolgd. Ja, wel naar de hotelschool, in Zwolle omdat mijn broer naar Heerlen ging en we niet naar dezelfde school mochten. Daarna heb ik wel acht jaar lang in keukens in uiteenlopende landen het vak geleerd, In de praktijk dus, ja.”
Vast team
Die opleiding in de praktijk bleek in 2005 voldoende voor een Michelin-ster voor het restaurant. In 2007 volgde een Bib Gourmand voor de brasserie. “Bijzondere momenten, zeker, zoals het koken voor de koning in het Gouvernement in Maastricht geweldig was. Dat was tijdens een bijeenkomst in het kader van 200 jaar koninkrijk Nederland.” Heel fijn noemt hij het gegeven dat hij met een hecht, vast team werkt. “Veel van onze medewerkers zijn al jarenlang in dienst. Tot wel 30 jaar. Geloof me, dat is in de horeca redelijk uniek. Daar ben ik best wel trots op, dat de medewerkers het hier naar hun zin hebben. En het is natuurlijk leuk dat ook mijn vrouw Miriam en onze dochters regelmatig meehelpen.”
Incognito
Waar Swaghoven eveneens altijd met veel plezier naar uitkijkt, zijn de hofbaldiners van Jocus, het moment waarop het nieuwe prinselijk trio van Venlo bekend wordt gemaakt. “Dat doen we al sinds jaar en dag; mijn ouders hebben dat meegenomen van Wilhelmina waar het al plaatsvond toen het hofbal nog in De Prins plaatsvond.” Heeft hij op die dag geen last van royalty watchers? “Jazeker, dan komen er opeens heel veel mensen toevallig voorbij. Maar het lukt Jocus altijd weer de prins en zijn adjudanten incognito naar binnen en buiten te krijgen.”
Gast centraal
Maar uiteraard is iedere gast welkom, zegt Swaghoven, zeker de vertrouwde, mensen die jaar na jaar terugkeren. “Weet je, tijdens die lange leerperiode heb ik onder meer geleerd hoe om te gaan met mensen. Daar ligt de basis. Voor mij is het belangrijk goed naar de gasten te luisteren – zij staan centraal. Om zo een hoog kwaliteitsniveau te kunnen bieden.” Dat zal de komende jaren wellicht nog nadrukkelijker dan voorheen gebeuren, geeft hij aan. “Dankzij een aantal verbouwingen is ons onderkomen up to date. Komende jaren gaat de focus dus nadrukkelijk naar de kwaliteitsbeleving. We zijn een klein familiebedrijf en dat is onze kracht.”
Jubileummenu
Maar eerst het jubileum, eind september. Geen festiviteiten, dat kan in deze tijd niet. Wel twee weken lang een speciaal viergangenmenu, zegt Swaghoven. “Met uit ieder decennium een gerecht. Zoals Stroganoff uit de jaren tachtig – nog altijd een topper – en tonijn teriyaki uit 2000. We kijken dus even terug op veertig mooie jaren maar richten ons daarna weer volledig op de toekomst.”