Het is nog maar drie weken geleden dat de horeca op slot moest en daarmee het leven uit de Nederlandse binnensteden werd gehaald – de straten raakten leeg. Voor de Venlose wethouder Erwin Boom (Economie, Arbeidsmarkt, Hoger onderwijs) voelt het als drie maanden. Hij vertelt over die meer dan hectische periode.
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: Petra Lenssen
Van bepaald nieuws weet je na jaren nog precies waar je was toen je het hoorde of zag. Voor Erwin Boom was 15 maart, de persbijeenkomst over het sluiten van de horeca en de intelligente lockdown, zo’n moment. Hij was in Drenthe, op een vakantiepark. “We hadden het vertrek al uitgesteld tot na die persconferentie, omdat ik wel voorvoelde dat die belangrijk zou zijn.”
Impact
Boom realiseerde zich meteen de impact van de boodschap. “Een dag later stond een eerder vastgelegd overleg met Venlostad.com en Koninklijke Horeca Venlo gepland. Dat hebben we laten staan, maar wel met een nieuw onderwerp. Daarnaast heb ik diezelfde dag meteen alle andere belangbehartigers persoonlijk gesproken en gevraagd om samen op te trekken en woensdag een collectief overleg te hebben. Voordeel was dat er de afgelopen periode volop is ingezet op die samenwerking. Voor de visie op de binnenstad richting 2030, het project Samen Vooruit voor Blerick en Tegelen en het samenwerkingsconvenant met Ondernemend Venlo. Dus het pad was al geëffend.”
Ondernemersloket
Veel vragen die eerste bijeenkomst, maar ook al de eerste aanzetten tot oplossingen, tot ondersteuning van de ondernemers. Boom zag dat alle partijen erkenden dat er enorm veel tijd en energie van iedereen gevraagd zou worden. Een van de eerste zichtbare resultaten was het ondernemersloket, waarvoor twee dagen later, op woensdag, tijdens een tweede overleg de basis werd gelegd. “Er is op maandag enorm veel gebeurd. Zoals het uitstellen van de lokale heffingen. Daar ben ik meteen samen met collega Ad Roest over in gesprek gegaan. Dinsdag kwam dat al ter sprake in het college. Er was ook het besef dat we iets moesten opzetten om alle vragen en dergelijke van ondernemers te bundelen. Dat werd dus het ondernemersloket.”
Bergen werk
Waar diverse vormen van financiële ondersteuning konden worden aangevraagd. Wat in die eerste dagen niet altijd soepel verliep. Boom weet waar het mis ging. “In theorie was er sprake van vereenvoudigde aanvraagformulieren. Maar die waren er in de praktijk nog niet. Dat heeft even geduurd. Bovendien was er even sprake van onderbezetting. Dus ja, er was kritiek. Maar gelukkig ook veel waardering voor de snelle oplossingen. Die geldt de hele gemeentelijke organisatie, want er is die eerste dagen door iedereen bergen werk verzet.”
Social media
Boom zelf kreeg ook tal van reacties. Peilde in die eerste dagen vooral verslagenheid en bezorgdheid. Soms was de toon, ook op social media, wel eens minder vleiend. “Had ik deels begrip voor. Ondernemers gaan nadenken hoe ze toch iets kunnen verdienen. Leggen dan wanneer noodzakelijk die plannen aan ons voor. Maar wij kunnen, hoe graag we dat ook zouden willen, niet altijd meteen akkoord gaan. We moeten naar de randvoorwaarden kijken, waarbij gewoonweg ook de volksgezondheid op één moet staan. Als we de ene ondernemer toestemming geven tijdelijk iets te doen wat voorheen niet kon, dan betekent het dat hetzelfde geldt voor zijn collega-ondernemers. Die gevolgen moeten we eerst beoordelen. Al proberen we zo veel mogelijk maatwerk te leveren en dat doen we, rekening houdende met deze tijd, zo snel als mogelijk. Wat vaak lukt. Wat dat betreft moet ik alle betrokkenen een groot compliment maken.”
Dip
De continue stroom aan vragen is sindsdien niet opgedroogd, geeft Boom aan. “De mail staat geen moment stil.” Hij krijgt regelmatig steunbetuigingen. “Mensen zeggen, let ook op jezelf. Dat is mooi.” Vorige week maandag had hij voor het eerst een echte dip. “Toen werd het me even te veel. Ik ben iemand van mensen om me heen, van de gezelligheid en dat is er nu bijna niet. Had even moeite met het beklemmende gevoel van je eigen bewegingsvrijheid.” Hij stapte er overheen, weet dat het voor het moment niet anders is. Naast de onzekerheid is er inmiddels een bepaalde controle, zegt Boom. “We hebben een crisisteam dat geleid wordt door Jos Backus. Net als ik een pragmaticus en iemand waar ik veel en goed mee overleg. Zo proberen we zo adequaat mogelijk op de ontwikkelingen te reageren.”
Saamhorigheid
Voorzichtig vooruit kijken doet hij overigens ook al. Moet wel, zegt Boom, op een dag komt er een einde aan de lockdown. “Dan moeten we bekijken hoe we de economie zo snel mogelijk weer op gang krijgen. Hoe we onze winkelcentra in groot Venlo, maar ook onze bedrijventerreinen en het toerisme, weer aan het draaien krijgen. Venlo moet weer de magnetische werking krijgen van voorheen, voor zowel de bezoekers, onze gasten, als de bedrijvigheid. Daar hebben we het met alle partners al over. Je ziet nu veel samenwerking, saamhorigheid. Daar moeten we zeker op inspelen.”
Lokaal
Hij wijst tot slot op het besef dat bij veel consumenten is ontstaan dat ze de plaatselijke middenstand moeten steunen. “Dat is goed. En het zou fijn zijn als die warme belangstelling voor de lokale ondernemer blijft bestaan als deze crisis voorbij is.”