Woensdagavond 15 januari werd in Poppodium Grenswerk de Gasthuisstraat uitgeroepen tot meest gastvrije straat van Venlo, een wedstrijd georganiseerd door Venlo Partners. Hoewel geen winnaar hebben ook de twee andere deelnemende straten, de Klaasstraat en Jodenstraat, een positief gevoel overgehouden aan het evenement.
Tekst: Jac Buchholz | Beeld: Minted Media
Winnaar worden van een wedstrijd is mooi, maar zoals Marcel Tabbers van Venlo Partners het verwoordt: “Wie verder kijkt ziet bij deze wedstrijd alleen maar winnaars. Het wedstrijdelement heeft ervoor gezorgd dat de ondernemers in de straten hechter zijn gaan samenwerken. Daarmee is niet alleen een basis gelegd voor het thema gastvrijheid, maar ook voor samenwerking op andere terreinen.”
Plan van aanpak
Daar is Frank Huizenaar, kartrekker van het project namens de winnende Gasthuisstraat, het helemaal mee eens. “Winnen is mooi, maar waar de wedstrijd ook voor heeft gezorgd is dat de saamhorigheid in de straat is versterkt.” Natuurlijk, zegt hij, gaat het project een vervolg krijgen. “Onderdeel van de wedstrijd was te komen tot een plan van aanpak waarin de gelanceerde ideeën ook werden geborgd. Het mooie is ook dat er nu regelmatig overleg is, bijvoorbeeld over hoe wij ons, als oudste winkelstraat van Venlo, het beste kunnen profileren.” Hoe die versterkte samenwerking in de Gasthuisstraat in de toekomst vorm gaat krijgen staat volgens Huizenaar binnenkort op de agenda. “Uiteraard gaan we dan ook bekijken hoe we samen kunnen optrekken met de twee andere deelnemende straten, waarmee we toch drie bijzondere straten in de binnenstad vormen.”
Laag pitje
Ben van Aken vertelt namens de Jodenstraat dat de winst voor hun zit in de georganiseerde samenwerking die dankzij de wedstrijd is ontstaan. “Die stond op een laag pitje, we zijn wat dat betreft van ver gekomen. Het is mooi te zien dat we nu gezamenlijk allerlei zaken oppakken.” En ja, zegt hij, dat krijgt in de toekomst zeker een vervolg. “De Jodenstraat combineert horeca met speciaalzaken. Je zou kunnen denken aan een modeshow waarbij allerlei hapjes en drankjes worden geserveerd. En het Halloween-evenement dat we vorig jaar hebben georganiseerd, krijgt ook een vervolg.” Ziet hij eveneens mogelijkheden met de andere twee straten samen te werken? “Zonder meer. Daar moeten we binnenkort maar eens over om de tafel gaan.”
Impuls
Het verschil tussen de Klaasstraat en de andere twee straten is dat de winkeliers in de Klaasstraat wel al langer georganiseerd zijn en gezamenlijk initiatieven ontplooien. “Maar dat wil niet zeggen dat het de wedstrijd voor ons gemakkelijker heeft gemaakt”, zegt Christine Küppers, kartrekker namens die straat. “Het was ook voor ons een aanzienlijk project waar we veel tijd in hebben moeten steken.” De samenwerking in de Klaasstraat heeft volgens Küppers daardoor wel een impuls gekregen. “Er waren in de loop van de tijd toch wat partijen afgehaakt. We hopen dat die weer definitief terugkeren. Dankzij de wedstrijd verloopt de onderlinge communicatie ook weer meer gestructureerd.” Zij vindt eveneens dat de samenwerking tussen de drie straten en andere zelfstandige binnenstadondernemers een belangrijk thema is voor de toekomst. “De bezoeker komt niet voor één straat alleen. Je moet als geheel aantrekkelijk zijn.”
Smaakt naar meer
Als winnaar mag de Gasthuisstraat een jaar lang met vlaggen en raamstickers laten zien dat zij de meest gastvrije winkelstraat van Venlo is. Daarnaast zet Venlo Partners twee online campagnes op om de straat te promoten en is er 1.000 euro beschikbaar voor gastvrijheidsacties. Marcel Tabbers merkt tot slot op dat die termijn van een jaar niet wil zeggen de wedstrijd een jaarlijks terugkerend evenement wordt. “Dat zou te intensief zijn. We gaan eerst evalueren en bekijken vervolgens om de hoeveel jaar we de wedstrijd laten terugkeren.” Dat de drie straten al bezig zijn met nieuwe initiatieven en onderling willen gaan samenwerken, stemt hem positief. “Ook voor ons smaakt het naar meer. Maar we geven de straten eerst de ruimte zelf met initiatieven te komen. Vervolgens gaan we bekijken op welke manier wij daar een rol bij kunnen spelen.”
