Vandaag het derde en laatste deel van dit drieluik. In de gesprekken vertelde Geer van der Veer ook over het zakelijk succes, zijn liefde voor Venlo, genieten van het leven en natuurlijk over het ontstaan van de Schinkemerret.
Tekst: Rob Buchholz | Beeld: Leon Vrijdag en privecollectie Geer van der Veer
Niet alleen door het organiseren van de Boerenbruiloft in 1972, maar ook door het oprichten van Joekskapel ’t Hetje werd de band tussen winkeliers en bewoners in en rondom de Jodenstraat en Kwartelenmarkt nog hechter. Door het succes van het organiseren van een braderie tijdens het 625-jarig stadsfeest in 1968 bleef Van der Veer nadenken om die buurt nog meer cachet te geven. “Ik houd van leven in de brouwerij. Er moet reuring zijn. Medio jaren zeventig was ik bij toeval in Roermond, zag daar de Schummelkesmerret en dacht: dat is ook iets voor Venlo.” Die markt was echter een soort rommelmarkt en Van der Veer had voor zijn stad andere plannen. Na overleg met de organisatie in Roermond en door het enthousiasmeren van enkele andere winkeliers uit zijn eigen buurt vond in 1977 de eerste Schinkemerret plaats.
De eerste Schinkmerret
Veertig kraampjes telde de eerste editie. De eerste opzet bedacht hij samen met Jan Klein. Later voegden Pieter Schell, Alwin Siebgens, Henk Buchholz plus Pierre Hoeymakers zich bij het bestuurd en maakte de eerste editie direct veel indruk. Iedereen weet wat er vanaf die eerste Schinkemerret is gebeurd. Het groeide tot in de jaren 90 uit tot een soort van zomerse editie van Vastelaovend. De combinatie van standwerkers, livemuziek, voldoende eten en drinken zorgde voor lange zomerse nachten. Van der Veer herinnerde het zich nog goed. “In 1977 was het in augustus snikheet. ’s Nachts was het nog bijna dertig graden. We stonden met een aantal midden in het fonteintje van ’t Schinkemenke en hadden vreselijk veel lol. De Venlonaar sloot de Schinkemerret direct in zijn armen. Het tweede jaar stonden er al 100 kraampjes en het bleef groeien. Daar troffen de mensen elkaar weer aan het einde van de zomervakantie.”
Doorstart
Van der Veer bleef 33 jaar lang voorzitter van dit feest. In 1993 stopte de organisatie en lag het evenement twee jaar stil. De rek was er uit, alles was gedaan. Toch pakte Geer het feest twee jaar later alweer met nieuwe mensen op. Dat hij de titel Mister Schinkemerret draagt, is dan ook niet zo vreemd. Een paar jaar later gaf hij het concept definitief uit handen aan Koolen & Koolen, een evenementenbureau uit Tilburg. Geer bleef echter het boegbeeld. “Ik verbaas me er wel eens over dat het nog steeds zoveel publiek trekt. Het roept bij veel mensen uit Limburg en Brabant een bepaald gevoel op. Een gevoel dat hoort bij de zomer. Dat is denk ik de kracht van het evenement.”
Zakelijk succes
Tijdens de jaren dat de Schinkemerret groot werd, groeide tevens het zakelijke succes van zijn winkel. Hij verhuurde de eigen zaak en trok in het pand van de voormalige wasserette van de familie Verbeek een paar deuren verderop in de Jodenstraat. “Ik had namelijk de ruimte boven de winkel ook nodig. Zakelijk gezien, maar ook om mijn ideeën uit te werken en natuurlijk die Prinsenkamer te maken. In mijn eigen pand liep ik continu tegen grenzen aan. Zakelijk gezien was dat een perfecte beslissing. Onze winkel was booming.”
Piet Peters
Wel bleef Van der Veer het grote dakterras bij zijn eigen woning gebruiken om de voorraad op te slaan. “Ik trok er een zeil overheen en dacht: dat zit wel goed. Tot dat er ergens in de jaren 80 een enorme storm over de stad trok, het zeil vernielde en dus tevens een groot deel van mijn voorraad. Albert Verhoef van Perfecta kwam naar mij toe en zei: ‘stop toch met dat geklooi van je.’ Je kunt veel beter bij je eigen pand een aanbouw maken. Dat heb ik gedaan en dat bleek een perfecte beslissing. Vanaf dat moment had ik alles bij elkaar. Winkel, kantoor, prinsenkamer en een enorme opslagruimte.” Het versierhoes werd een begrip. Een stille kracht achter de zaak was – behalve zijn vrouw Jeanne – ook Piet Peters. “Ik heb bijzonder veel moeite met zijn overlijden gehad. Het was heel confronterend. Piet was handig en knapte alle essentiële klusjes op. Hij was goud waard voor mijn winkel.” Want ondanks zijn enorme creativiteit deed en bedacht Van der Veer niet alles zelf. Het idee voor de legendarische slogan ‘Idderein zaet ‘t, Geer van der Veer haet ‘t. Vastelaoves gerei gans ’t jaor’ is van de hand van Jan Pollux. “Een fantastische zin,” aldus Van der Veer. “Eenvoudig te onthouden en het klopt precies.”

Puck Derckx, Fred van den Boogaard (als het Schinkemenke) en Geer van der Veer.
Floriade ellende
Van der Veer was enorm trots op zijn eigen stad. “Ik sta voor mijn stad en ben er enorm trots op. Het stoort mij dan ook vaak dat Venlonaren zo enorm naöle. Wij zijn beter dan Roermond. Kijk alleen al eens naar de diversiteit aan winkels en de enorm rijke evenementenkalender. Venlo heeft zoveel mooie eigenschappen.” Wat Geer wel van het hart moet, is de periode van voor de Floriade in 2012. “De veranderingen in die jaren speciaal voor dat evenement waren rampzalig. Overal werd gebouwd. De gemeente hield geen enkele rekening met de lokale ondernemers. Dat heeft velen volledig of bijna de kop gekost. Er waren toen dagen dat er ’s avonds nog geen vijftig euro in de kassa zat. Buiten de hotels en restaurants heeft niemand in Venlo iets aan de Floriade gehad. En wat heeft het de stad nu op lange termijn opgeleverd? Ja, we kregen de titel beste Binnenstad van Nederland. Maar wat heeft de gemeente daarmee gedaan? Volgens mijn mening ook veel te weinig. Wat heb ik aan twee paginagrote advertentie over deze titel in de lokale media? Daarmee hadden ze in de landelijke media moeten staan.”
Passie en genieten
Voor zijn eigen zaak bleef Van der Veer jarenlang nieuwe plannen bedenken. Telkens zag hij – ondanks zijn hoge leeftijd – nog nieuwe uitdagingen. “Of het nu plannen zijn voor de website of het bedenken van nieuwe commercial. De kracht van tv-reclame wordt nog door velen onderschat. Ik vind het allemaal prachtig om te doen” Mensen vroegen hem jarenlang: ‘Waarom stop je niet. Ga toch samen met je vrouw van het leven genieten en profiteren.” De reactie van Geer was overduidelijk: “Maar lieve mensen, ik heb mijn hele leven genoten. We gingen samen ieder jaar op vakantie. Ook bij zakelijke uitstapjes was Jeanne er vaak bij en mijn korte reisjes naar zakenrelaties waren ook altijd een feest. Dat hoort bij deze branche. Steden als Parijs en Milaan ken ik bijna net zo goed als dat ik Venlo ken. In mijn Parijs wilden alle kunstenaars mijn hoofd tekenen. Dat is toch prachtig. Over mijn uitstapjes met collega’s uit Roermond en Tilburg kan ik een boek schrijven. Wat hebben wij gelachen en veel gekke dingen meegemaakt.” Van der Veer lacht en zegt ter afsluiting: “Ik heb gewoon altijd mijn hart gevolgd, alles met passie gedaan en mijn werk is altijd mijn hobby geweest. Dat is toch het mooiste wat je als mens mag doen?
Overlijden Jeanne
Nadat zijn geliefde Jeanne met Kerstmis 2017 kwam te overlijden, brak er een sombere periode aan voor Geer van der Veer. Het verdriet was enorm. Hij miste de warmte, maar ook zijn zakelijke en persoonlijke klankbord. Vaak voelde Geer zich eenzaam. Daarnaast ging zijn gezondheid achteruit en besloot hij begin dit jaar om zijn Versierhoés na 60 jaar over te dragen aan Tonny Geraads en Sandra Dings. Toch bleef de markante Venlonaar met nieuwe uitdagingen bezig. Zijn idee om de Stichting Bronzen Beelden nieuw leven in te blazen, werd een groot succes. Beelden van Frans Boermans en Sef Corneth hebben mede dankzij zijn enorme inzet inmiddels een plek in de Jodenstraat gekregen. Aan een nieuw beeld van Pinda Wullem wordt hard gewerkt; dat zal echter niet het laatste beeld zijn.
Afgelopen zondag 3 november stierf Geer van der Veer toch nog vrij onverwacht op 86-jarige leeftijd. De Venlose binnenstad heeft één van haar meest kleurrijke inwoners verloren. De uitvaart vindt zaterdagmorgen 9 november plaats om 11.11 uur in de Sint-Martinusbasiliek.