Venlo-centrum in 2030 of 2040. Is de stad dan een soort Efteling of Phantasialand? Of kiezen toekomstige bestuurders liever voor een kleinschaliger thema a la Aardbeienland of Ponypark Slagharen? Ligt de focus op kwaliteit of kwantiteit? Zegt u het maar.
Tekst: Rob Buchholz | Beeld: Leon Vrijdag
Misschien komt er nog ooit een referendum over dit onderwerp. Al is de grote vraag of binnenstadbewoners daar ook aan mee mogen doen. Binnenstadbewoners worden vaak gezien als een soort van paria’s die er niet echt toe doen. Ja, een planontwikkelaar, wethouder of investeerder zal voor de sier roepen dat deze groep wel degelijk een stem heeft, maar als puntje bij paaltje komt, gebeurt dat te weinig en klinkt telkens weer de dooddoener: “Jij wilt toch zo graag in het centrum wonen. Dan moet je die overlast maar accepteren.” De ene helft maakt rotzooi. De andere helft haalt achteloos de schouders voor op. “Maak je niet zo druk over een leeg blikje of die paar extra decibellen.”
Juist. Die overlast van kots, stront, pis, stinkende frietzakjes en gevulde kapotjes zijn er bij gaan horen in de loop der jaren. Net zoals de overload aan billige beats die bij ieder event, hoe groot of klein ook, er bij schijnen horen om aandacht van de massa te trekken. Althans, dat vinden veel binnenstadbezoekers. Zij komen naar de stad om te shoppen, een hapje te eten, een goed glas bier te drinken, maar vooral om geëntertaind te worden. Vooral dat laatste. Daarbij moet alles naar wens zijn anders voelen ze zich niet welkom. Nee, niet iedere bezoeker maakt er een zooi van, maar toen ik in december op een vroege zondagmorgen een paar uurtjes met het team van de vuilnisdienst rondjes door Venlo-Centrum maakte, werd ik nog harder geconfronteerd met mijn tientallen jaren aan ervaring als binnenstadbewoner. De ervaring die leert welke zooi veel mensen (binnenstadbezoekers) er steeds vaker van zijn gaan maken. Let wel: in een paar uur tijd. Twaalf uur eerder had de vuilnisdienst ook al haar rondjes gemaakt om de troep van een drukke zaterdag op te ruimen. “Het valt vanmorgen nog mee,” aldus een van de mensen van de reinigingsdienst. “Dat komt door het slechte weer. Dan liggen er minder pizzadozen, shoarmabakjes, kapotte flessen en frietzakjes op straat.”
Ik woon mijn hele leven al in het centrum en heb de stad zien veranderen. Dat is logisch. De tijd staat niet stil. De maatschappij verandert. Maar de moderne mens zoekt vertier steeds meer en steeds vaker buitenshuis. Het mag niet meer stil zijn. We kunnen steeds moeilijker rust en vertier in ons zelf vinden. Altijd maar onderweg en druk bezig. Stel dat we al die evenementen in Venlo-Centrum gaan verdelen over de wijken. Kots, stront, pies, klonters mayonaise, koude frikadellen en gevulde condooms op Nieuw Stalberg, in het Groenveld of Venlo-Zuid. Stel je dat eens voor. En dan meerdere keren in het jaar. Vaak is in de buitenwijken een geparkeerde auto voor de deur van een onbekende al voldoende voor gefronste wenkbrauwen. “Wat mot dae wage beej os veur de deur.” Een mens ziet alle details van de eigen woon- en eigen leefomgeving nu eenmaal het beste. Binnenstadbezoekers beleven daarom de stad anders dan bewoners. Zij moeten de rommel en overlast maar accepteren. Wie er iets over zegt is af en krijgt het stempel ‘Zeiverzak’ of ‘Greekbuul’.
Terug naar de binnenstad als thema(park). Een vergelijking die steeds vaker wordt getrokken. Velen, vaak mensen uit de retail, willen de binnensteden als aantrekkelijk winkelgebied behouden. Een andere groep stelt nuchter dat het winkelcentrum puur als koopgebied over een jaar of tien passé is. Winkelketens vallen massaal om en panden dienen in de toekomst alleen nog als een soort van showroom om online shoppen te stimuleren. Wat komt er voor in de plaats? Horeca en diverse vormen van beleving. Gaat dat samen met wonen? Dat is de vraag. Waar trek je de grens als het gaat om beleving?
Anya Niewierra schreef vanmorgen in haar column in De Limburger al over ‘showrooming’. Beleving koppelen aan het centrum. Zorg voor attracties die passen bij het DNA van de stad. Zij vertaalt het naar Heerlen. Ik vraag mij af welk DNA Venlo gaat krijgen. Recent werd het plan Binnenstad 2030 gepresenteerd, althans het was een lancering. De exacte invulling volgt nog. Ik ben benieuwd hoe groot het belang van de binnenstadbewoners is. Evenementen, beleving en vertier. Prima. Tijden veranderen. Over de hoeveelheid en intensiteit zullen de meningen verschillen, maar waar diverse ondernemers zich zorgen maken over de toekomst van Venlo als winkelstad, heb ik mijn twijfels bij de aantrekkelijkheid van Venlo-centrum als woongebied. Want wonen in De Efteling lijkt misschien romantisch voor een paar dagen, maar decennialang? Het deuntje bij de Carnavalattractie in De Efteling komt het gros van de mensen ook bij het tweede rondje de neusgaten uit. Moet elke binnenstad veranderen in een tweede Amsterdam of Venetië?
Kortom: ik ben benieuwd voor welk thema(park) of DNA Venlo gaat kiezen. De plannen kunnen heel mooi zijn, Venlo heeft heel veel pareltjes te bieden (winkels, gebouwen, musea en meer) maar is de moderne, naar vertier hunkerende mens daar wel geschikt voor? Zo kritisch als ze zijn op eigen omgeving, zo achteloos leven ze in een pretpark en dus ook in de binnenstad van de toekomst.